Wel of geen benoemingsbesluit? Grote gevolgen!
1 september 2020
De statutair bestuurder, ook vaak aangeduid als statutair directeur, neemt een bijzondere positie in binnen het arbeidsrecht. Eigenlijk is het maar ‘een vreemde vogel’ omdat hij naast een arbeidsrechtelijke verhouding ook een vennootschapsrechtelijke verhouding met de onderneming kent. Het meest in het oog springende verschil is dat de ontslagbescherming van een statutair bestuurder (veel) minder ver gaat dan van een ‘gewone’ werknemer. De preventieve ontslagtoets, waarbij de werkgever voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst voorafgaande toestemming nodig heeft van het UWV of de rechter, geldt namelijk niet voor het ontslag van een statutair directeur. Van groot belang is dus of een directeur, naast een arbeidsrechtelijke band, ook een vennootschapsrechtelijke band heeft. Oftewel: is de directeur slechts een ‘gewone’ werknemer of is hij ook statutair directeur/bestuurder? Om dit met zekerheid vast te kunnen stellen is het van cruciaal belang of er een benoemingsbesluit aanwezig is. Dit is een – bij voorkeur – schriftelijk besluit van de aandeelhouders waarin de benoeming tot statutair bestuurder is vastgelegd. Ontbreekt echter een benoemingsbesluit, dan levert dit bijna altijd discussie op als de directeur wordt ontslagen. Zo ook in de zaak die recent werd voorgelegd aan de Rechtbank Gelderland.
De rechter stelde in deze zaak vast dat er geen benoemingsbesluit was en verwees daarbij ook naar de vaste rechtspraak van de Hoge Raad uit 2000. Het komt er in de praktijk op neer dat wanneer het benoemingsbesluit niet schriftelijk is vastgelegd, door een rechter aan de hand van feiten en omstandigheden beoordeeld moet worden of er wel of geen rechtsgeldig benoemingsbesluit is genomen. Voor een bestuurder kan dit erg belangrijk zijn: het maakt namelijk het verschil tussen beperkte ontslagbescherming of volledige ontslagbescherming als ‘gewone’ werknemer’.
Ook concludeerde de rechter dat er geen stukken waren overgelegd waaruit volgt dat er een aandeelhoudersvergadering heeft plaatsgevonden waarin de benoeming van de directeur als statutair bestuurder op de agenda stond. Het feit dat in arbeidsovereenkomst weliswaar wordt verwezen naar bijlage 1 (een kopie van het benoemingsbesluit), dat echter nog steeds niet boven water was gekomen, hielp de werkgever ook niet. De aandeelhoudersovereenkomst die wel aanwezig was volstond ook niet volgens de rechter; hierin is namelijk enkel opgenomen dat de directeur tot directeur zou worden benoemd en dus niet tot statutair bestuurder. Tot slot maakt het feit dat de directeur als statutair bestuurder is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel nog niet dat sprake is van een benoeming. Ook het jaarlijks ondertekenen van de jaarrekeningen door de directeur maakte dit niet naders. Ondanks dat de directeur zich dus wel (af en toe) heeft gedragen als een statutair bestuurder, oordeelt de rechter dat hij slechts een algemeen directeur is die volledige ontslagbescherming geniet. De loon- en tewerkstellingsvordering van de werknemer in kort geding worden daarom toegewezen.
Deze uitspraak had overigens ook anders uit kunnen pakken, omdat er ook rechters zijn die ondanks het ontbreken van een schriftelijk benoemingsbesluit toch oordelen dat wel sprake is van een rechtsgeldig benoemingsbesluit, bijvoorbeeld wanneer dit vastligt in notulen van de AVA die door partijen voor akkoord zijn ondertekend. Ook kan e-mailcorrespondentie waarin de benoeming door de AVA wordt vermeld een aanwijzing zijn, evenals de inschrijving in de KvK van de bestuurder en het bestaan van een advies dat aan de OR op grond van artikel 30 WOR is gevraagd. Zo oordeelde de Rechtbank Rotterdam in 2016 dat uit een interne memo, een door de statutair bestuurder ondertekend inschrijvingsformulier van de KvK en het jaarlijks ondertekenen van de jaarrekeningen, wel volgde dat de directeur statutair bestuurder was én dat hij die functie had geaccepteerd.
Kortom, het opstellen en ondertekenen van een benoemingsbesluit bij aanvang, kan in de toekomst veel onduidelijkheid en discussie voorkomen!
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2020:3999
Gepubliceerd op LinkedIn, 1 september 2020