Valse verklaring komt werknemer duur te staan.
5 november 2021
In ons bericht van 29 oktober 2021 hebben we u geïnformeerd over de (on)mogelijkheid van ontslag op staande voet in geval van arbeidsongeschiktheid. Als een werknemer arbeidsongeschikt is en niet aan zijn re-integratieverplichtingen voldoet, dan gelden er wettelijke sanctiemogelijkheden die de werkgever (eerst) moet opleggen. Is een werknemer niet ziek, dan zijn deze sancties echter niet aan de orde.
Recent lag er bij de rechtbank Amsterdam een zaak voor waarbij de werknemer zich had ziek gemeld bij zijn werkgever, om vervolgens op vakantie te gaan naar Suriname. Zowel de werkgever als de arbodienst hebben meerdere pogingen ondernomen om met de werknemer in contact te komen, maar dit lukte niet. Na diverse waarschuwingen is de werknemer op staande voet ontslagen. De werknemer stelde een procedure in en verzocht de kantonrechter om het ontslag op staande voet te vernietigen. Hij stelde dat hij met spoed was opgenomen in het ziekenhuis in Paramaribo en dat hij in die periode geen toegang heeft gehad tot zijn mobiele telefoon. Hij legde een verklaring over van het ziekenhuis om zijn stelling te onderbouwen.
Werkgever voerde verweer en verzocht voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast verzocht werkgever om de werknemer te veroordelen tot het vergoeden van de daadwerkelijk gemaakte proceskosten op grond misbruik van procesrecht en handelen in strijd met de waarheidsplicht door de werknemer. Volgens de werkgever heeft de werknemer een valselijk opgemaakte verklaring overgelegd betreffende zijn ziekenhuisopname en uit diverse berichten op sociale media van de werknemer kwam naar voren dat hij zich in Suriname actief in het uitgaansleven begaf en dus in het geheel niet ziek was.
Het werd de werknemer kennelijk te heet onder de voeten en hij trok de procedure bij de rechtbank vervolgens in. Werkgever liet de rechter vervolgens weten geen belang meer te hebben bij het voorwaardelijk ontbindingsverzoek, maar het verzoek ter zake de vergoeding van de daadwerkelijke proceskosten wel te handhaven. De werkgever verzocht om toekenning van de daadwerkelijk gemaakte kosten nu de werknemer tegen beter weten en met gebruikmaking van valselijk opgemaakte verklaringen geprobeerd heeft zijn gelijk in deze procedure te halen. Met de werkgever is de kantonrechter van oordeel dat het de werknemer valt te verwijten dat hij zich beroept op een valse verklaring om een onjuiste voorstelling van zaken te creëren, hetgeen hem zeer kwalijk moet worden genomen. De werknemer heeft voorts feiten achtergehouden en stellingen gehandhaafd die met die feiten strijdig waren, en aldus gehandeld in strijd met de waarheidsplicht van art. 21 Rv. Zo heeft de werknemer, terwijl hij in het ziekenhuis zou hebben gelegen en geen toegang tot zijn telefoon zou hebben gehad, op social media berichten gepost waaruit moet worden opgemaakt dat hij ‘gewoon vakantie vierde’. Verder wordt vastgesteld dat de werknemer de desbetreffende Whatsapp-berichten van zijn werkgever (de waarschuwingen en de verzoeken om wel op het werk te verschijnen) wel degelijk heeft gelezen.
De conclusie is dan ook dat de werknemer de werkgever een bij voorbaat kansloze procedure heeft ingesleept, zodat het verzoek van de werkgever om toekenning van de daadwerkelijk gemaakte proceskosten (van meer dan € 4.000,-), wordt toegewezen. De vakantie van de werknemer pakte dus iets duurder uit.
Rechtbank Amsterdam 22 oktober 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:6058 (datum publicatie: 29 oktober 2021)
Gepubliceerd op LinkedIn, 5 november 2021.