Update over werken als zelfstandige
16 november 2020
Minister Koolmees heeft vandaag de Tweede Kamer geïnformeerd over de voorgang op het gebied van ‘werken als zelfstandige’.
Pilot webmodule
Het onderscheid tussen de kwalificatie als zelfstandige en werknemer is van belang voor werkgevers/opdrachtgevers, werkenden en de overheid. Zo bepaalt dit onderscheid of sprake is van een inhoudingsplicht voor de loonheffingen en een verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen. Daarnaast is het civielrechtelijke onderscheid tussen de arbeidsovereenkomst en andere typen overeenkomsten op basis waarvan arbeid wordt verricht, van belang voor de rechten en bescherming van de zelfstandige of werknemer en voor de daarmee gepaard gaande risico’s en kosten van degene die het werk aanbiedt (opdrachtgever of werkgever).
Het kabinet ontwikkelt momenteel een webmodule, waarmee opdrachtgevers duidelijkheid en waar mogelijk zekerheid krijgen over de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen. Hoewel het kabinet voornemens was om dit najaar te starten met een pilot, zal de pilot naar verwachting op 11 januari 2021 van start gaan en in ieder geval zes maanden duren. Na deze zes maanden zal de pilot worden geëvalueerd (in de zomer van 2021) en kan besluitvorming over een eventuele introductie van de webmodule plaatsvinden, aldus Minister Koolmees. Gedurende de pilotfase hebben de uitkomsten van de webmodule geen juridische status. Opdrachtgevers kunnen in de pilotfase derhalve geen zekerheid ontlenen aan de uitkomst van de webmodule.
Handhaving
Voor wat betreft de handhaving heeft Minister Koolmees aangegeven dat het kabinet na afloop van de pilot webmodule beslist op welk moment de handhaving (gefaseerd) wordt opgestart, “op z’n vroegst is dat 1 oktober 2021”. Dat betekent dat op z’n vroegst vanaf oktober 2021 gehandhaafd zal worden op schijnconstructies.
Overigens betekent dit niet dat de Belastingdienst en de Inspectie SZW helemaal geen toezicht houden (zoals bedrijfsbezoeken afleggen, voorlichting geven, boekenonderzoeken doen). De Belastingdienst kan echter op dit moment alleen handhaven (correcties aanbrengen en/of boetes opleggen) indien er sprake is van kwaadwillendheid of indien aanwijzingen niet binnen een redelijke termijn zijn opgevolgd. In de praktijk blijkt de kwaadwillendheid lastig te bewijzen, zodat kwaadwillendheid in de gevallen waarin onderzoek heeft plaatsgevonden nog niet is vastgesteld. Dit laatste blijkt uit een andere brief die Minister Koolmees vandaag aan de Tweede Kamer zond.
Gepubliceerd op LinkedIn: 16 november 2020