Skip to main content

Uitslapers hoef je niet te wekken

5 november 2020

Een klein jaar geleden heeft de Hoge raad, in de zogenaamde “Xella-uitspraak” bepaald dat als een medewerker met een slapend dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid aangeeft het dienstverband te willen beëindigen en de transitievergoeding te willen ontvangen, de werkgever daar in principe aan moet meewerken. Een van de redenen die daarvoor werd gegeven is dat de werkgever aanspraak kan maken op compensatieregeling voor de transitievergoeding. Maar omdat de transitievergoeding werd ingevoerd bij de inwerkingtreding van de WWZ per 1 juli 2015, was de vraag of de werkgever ook moet meewerken aan slapende dienstverbanden die voor 1 juli 2015 beëindigd hadden kunnen worden wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. De “uitslapers’ dus.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft daar recent een uitspraak over gedaan.

Wat speelde er?

Een werknemer is op 12 december 2010 uitgevallen wegens heupklachten. De werkgever heeft de loonbetalingen gestaakt met ingang van 10 januari 2013 vanwege het voltooien van de wachttijd. Sindsdien heeft de werkgever geen loon meer betaald. Wel heeft zij de werknemer in november 2014 een beëindigingsovereenkomst voorgelegd. Werknemer heeft daar niet mee ingestemd. Op 19 maart 2015 heeft de werkgever bij het UWV toestemming voor ontslag aangevraagd voor werknemer. Het UWV heeft de aanvraag afgewezen omdat onvoldoende aannemelijk was dat herplaatsing van werknemer binnen 26 weken in een andere, passende functie niet mogelijk is. Daarna is het dienstverband slapend blijven voortduren.

In december 2019, na de Xella-uitspraak, heeft werknemer aan de werkgever verzocht om in te stemmen met een beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning aan hem van de transitievergoeding. Werkgever heeft aangegeven daar niet aan mee te willen werken. De werknemer heeft zich vervolgens tot de kantonrechter gewend. De kantonrechter heeft aan werknemer een (schade)vergoeding toegekend van € 51.955 gebaseerd op de transitievergoeding. De werkgever heeft vervolgens compensatie aangevraagd bij het UWV maar dat is afgewezen. De werkgever gaat in hoger beroep.

Wat zegt het Gerechtshof?

Het gerechtshof oordeelt dat de werkgever niet verplicht is mee te werken aan een door de werknemer gewenste beëindiging van het dienstverband als zij geen compensatie ontvangt. De werkgever was daarom niet in beginsel gehouden om in te stemmen met het voorstel van werknemer tot beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden onder toekenning van de transitievergoeding, als zij niet in aanmerking zou komen voor de compensatieregeling. De vraag is nu of de werkgever in aanmerking had kunnen komen voor de compensatieregeling. In dat kader stelt het Gerechtshof vast dat de datum van het einde van de wachttijd in dit geval 21 december 2012 was en dat bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op dat moment werkgever geen transitievergoeding verschuldigd zou zijn geweest. De WWZ gold toen immers nog niet. Als de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer al vóór 1 juli 2015 had kunnen beëindigen vanwege zijn langdurige arbeidsongeschiktheid dan moet worden aangenomen dat werknemer bij beëindiging daarvan op zijn voorstel, na 1 juli 2015 geen aanspraak heeft op een transitievergoeding. Vóór 1 juli 2015 bestond de transitievergoeding immers nog niet. Aangezien de werknemer geen aanspraak heeft op een transitievergoeding is de werkgever die ook niet verschuldigd en kan zij dus ook geen aanspraak maken op de compensatieregeling. Als de werkgever in 2019 zou hebben ingestemd met het beëindigingsvoorstel en aan werknemer een transitievergoeding zou hebben toegekend, zou zij dus niet in aanmerking zijn gekomen voor de compensatieregeling. En daardoor is haar weigering om in te stemmen met het voorstel van de werknemer ook niet in strijd met het goed werkgeverschap.  De werknemer wordt dan ook veroordeeld tot terugbetaling van de door de kantonrechter opgelegde, en door de werkgever betaalde, schadevergoeding van € 51.955,-.

De conclusie is ook dus dat dienstverbanden die voor 1 juli 2015 in slaap zijn gevallen, niet door de werkgever gewekt hoeven te worden, en als ze zelf ontwaken, geen beroep kunnen doen op de Xella-uitspraak.

Gepubliceerd op LinkedIn: 5 november 2020

 

Nieuws & Kennis

AlgemeenWorkshops en opleidingen
28 augustus 2024

LUSTRUM – WVO EVENT 10 oktober 2024!

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEVanwege de vele aanmeldingen, komen nieuwe aanmeldingen op dit moment op een wachtlijst.
AlgemeenArbeidsrechtSamantha Kranenburg
22 november 2024

𝐃𝐢𝐥𝐞𝐦𝐦𝐚 𝐯𝐫𝐢𝐣𝐝𝐚𝐠😎🎁

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVE 𝐆𝐞𝐞𝐟𝐭 𝐞𝐞𝐧 𝐢𝐧𝐭𝐞𝐧𝐭𝐢𝐞𝐯𝐞𝐫𝐤𝐥𝐚𝐫𝐢𝐧𝐠 𝐫𝐞𝐜𝐡𝐭 𝐨𝐩 𝐞𝐞𝐧 𝐯𝐚𝐬𝐭 𝐜𝐨𝐧𝐭𝐫𝐚𝐜𝐭, 𝐨𝐟 𝐢𝐬 𝐡𝐞𝐭 𝐬𝐥𝐞𝐜𝐡𝐭𝐬 𝐞𝐞𝐧 𝐧𝐢𝐞𝐭𝐬𝐳𝐞𝐠𝐠𝐞𝐧𝐝 𝐩𝐚𝐜𝐭? Sinterklaas heeft van een…
AlgemeenArbeidsrechtLeon ToonenZiekte en verzuim
21 november 2024

Inschakelen bedrijfsrecherche prematuur: ernstig verwijtbaar handelen door werkgever

JTNDaDMlMjBzdHlsZSUzRCUyMmNvbG9yJTNBJTIwJTIzMDA4YzliJTNCJTIyJTNFJTVCcG9zdF9wdWJsaXNoZWQlNUQlM0MlMkZoMyUzRQ==JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEAls werkgever zijn er situaties waarin je een recherchebureau wil inschakelen. Maar let op! Het inschakelen van bedrijfsrecherche wordt gezien…