Tuchtcollege: Hoofdbehandelaar wordt Regiebehandelaar
18 februari 2021
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) heeft op 29 januari jl. een belangrijke uitspraak gedaan over de samenwerking tussen verschillende zorgverleners, en met name voor zogenaamde “Hoofdbehandelaars”. Het CTG heeft de vaste rechtspraak over de taken en verantwoordelijkheden van een Hoofdbehandelaar opnieuw geformuleerd en bepaalt dat de er nu gesproken moet worden van de “Regiebehandelaar”.
Hoofdbehandelaar
Het begrip “Hoofdbehandelaar” wordt veelal gebruikt binnen ziekenhuisinstellingen waarbij meerdere zorgverleners betrokken zijn bij de behandeling van een patiënt. Denk bijvoorbeeld aan een patiënt met keelkanker die behandeld wordt door een oncoloog en door een KNO-arts. Het is dan belangrijk dat de beide artsen vanuit hun eigen inhoudelijke verantwoordelijkheid tegenover de patiënt, met elkaar contact hebben en afstemmen over de inhoud en de regie van de behandeling. In die situatie wordt veelal een “Hoofdbehandelaar” aangesteld die belast is met de regie van de (totale) behandeling.
Taken en verantwoordelijkheden Hoofdbehandelaars
Tot 29 januari 2021 was het vaste jurisprudentie van het CTG dat de Hoofdbehandelaar de navolgende taken en verantwoordelijkheden heeft:
“De Hoofdbehandelaar is, naast de zorg die hij als zorgverlener ten opzichte van de patiënt en diens naaste betrekkingen heeft te betrachten, belast met de regie van de behandeling van de patiënt. De regie houdt in algemene zin in dat de Hoofdbehandelaar:
(1) ervoor zorgdraagt dat de verrichtingen van allen die beroepshalve bij de behandeling van de patiënt zijn betrokken op elkaar zijn afgestemd en gecoördineerd, in zoverre als een en ander vereist is voor een vakkundige en zorgvuldige behandeling van de patiënt en tijdens het gehele behandelingstraject voor hen allen het centrale aanspreekpunt is;
(2) voor de patiënt en diens naaste betrekkingen ten aanzien van informatie over (het verloop van) de behandeling het centrale aanspreekpunt vormt.
Meer in het bijzonder zal de regievoering door de Hoofdbehandelaar ten minste moeten inhouden dat hij:
(a) door adequate communicatie en organisatie de voorwaarden en omstandigheden schept waaronder de behandeling verantwoord kan worden uitgevoerd;
(b) de betrokken zorgverleners in staat stelt een deskundige bijdrage te leveren aan een verantwoorde behandeling van de patiënt;
(c) in de mate die van hem beroepsmatig mag worden verwacht, alert is op aspecten van de behandeling die mede liggen op andere vakgebieden dan het zijne en zich over die aspecten laat informeren door de specialisten van de andere vakgebieden, zo tijdig en voldoende als voor een verantwoorde behandeling van de patiënt vereist is;
(d) toetst of de door de betrokken zorgverleners geleverde bijdragen aan de behandeling van de patiënt met elkaar in verhouding zijn en passen binnen zijn eigen behandelplan en in overeenstemming hiermee ervoor heeft gezorgd dat de bij de verschillende zorgverleners ingewonnen adviezen zijn opgevolgd;
(e) in overleg met de desbetreffende bij de behandeling betrokken zorgverleners erop toeziet dat in alle fasen van het traject dossiervoering plaatsvindt die voldoet aan de daaraan te stellen eisen;
(f) als Hoofdbehandelaar de patiënt en zijn naaste betrekkingen voldoende op de hoogte houdt van het beloop van de behandeling en hun vragen tijdig en adequaat beantwoordt.
Ten aanzien van de dossiervoering wordt nog het volgende overwogen.
Uitvoering geven aan een behandelbeleid is een dynamisch proces. Het is van belang dit proces en eventuele aanpassingen daarin nauwgezet vast te leggen. Adequate dossiervoering dient de continuïteit van de zorgverlening, vergemakkelijkt de overdracht, strekt in geval van complicaties of incidenten tot vergemakkelijking van reconstructie van de toedracht en stelt de behandelaar in staat – waar nodig – verantwoording af te leggen van het gevoerde beleid.”
Nieuw: de Regiebehandelaar
In de uitspraak van de CTG van 29 januari 2021 heeft het CTG overwogen dat, vanwege de toegenomen complexiteit van zorg die soms door zorgverleners van verschillende instellingen wordt verleend, er meer flexibiliteit nodig is bij de toepassing van de uitgangspunten van het Hoofdbehandelaarschap. De CTG spreekt dan ook niet meer van “Hoofdbehandelaar”, maar van “Regiebehandelaar”, waarmee de nadruk wat meer op de regiseursfunctie komt te liggen op de (belangrijkste) behandelfunctie. Overigens is het begrip “Regiebehandelaar” al een bekend begrip uit bijvoorbeeld de GGZ.
Het CTG brengt in haar uitspraak de rol en verantwoordelijkheid van de Regiebehandelaar terug tot 3 kernverantwoordelijkheden:
“In gevallen waarin twee of meer zorgverleners betrokken zijn bij de behandeling van één patiënt, moet als uitgangspunt worden genomen dat elke bij die behandeling betrokken zorgverlener een eigen professionele verantwoordelijkheid heeft en houdt jegens die patiënt.
In gevallen waarin de aard en/of complexiteit van de behandeling dat nodig maakt, dragen deze (individuele) zorgverleners er steeds zorg voor dat één van hen als regiebehandelaar wordt aangewezen.
De Regiebehandelaar ziet er in ieder geval op toe, dat:
– de continuïteit en de samenhang van de zorgverlening aan de patiënt wordt bewaakt en dat waar nodig een aanpassing van de gezamenlijke behandeling in gang wordt gezet;
– er een adequate informatie-uitwisseling en voldoende overleg is tussen de bij de behandeling van de patiënt betrokken zorgverleners;
– er één aanspreekpunt voor de patiënt en diens naaste betrekking(en) is voor het tijdig beantwoorden van vragen over de behandeling.
Ter nadere toelichting overweegt het Centraal Tuchtcollege dat de Regiebehandelaar niet zelf het aanspreekpunt hoeft te zijn. Het aanspreekpunt hoeft voorts niet zelf alle vragen van de patiënt en diens naaste betrekkingen te kunnen beantwoorden, maar moet wel de weg naar de antwoorden weten te vinden. Deze norm ziet niet op het actief informeren van de patiënt en diens naaste betrekkingen. De plicht van de zorgverlener om actief informatie te geven volgt immers al uit de eigen verantwoordelijkheid die de zorgverlener jegens de patiënt heeft. “
Verschil
Het belangrijkste verschil tussen de Hoofdbehandelaar en de Regiebehandelaar is dat de taken en verantwoordelijkheden van de Regiebehandelaar geconcentreerd worden tot de verantwoordelijkheid over de communicatie en informatievoorziening tegenover de cliënt. Daarnaast bewaakt de Regiebehandelaar de continuïteit en de samenhang van de zorg, maar houden de betrokken zorgverleners nadrukkelijk ieder hun eigen professionele verantwoordelijkheid. Dat laatste was ook het geval onder het Hoofdbehandelaarschap, maar was de inhoudelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de Hoofdbehandelaar een stuk groter dan die van de Regiebehandelaar. Anders gezegd: de Hoofdbehandelaar was de meewerkend voorman op de bouwplaats terwijl de Regiebehandelaar de opzichter/projectleider is met eigen uitvoerende taken.
Gevolgen voor de praktijk
Of de gevolgen voor de praktijk groot zullen zijn is maar de vraag. In instellingen waarbij het Hoofdbehandelaarschap conform de oude jurisprudentie van het CTG was ingericht kan dit tot gevolg hebben dat de mede-behandelaren weer meer eigen eindverantwoordelijkheid moeten dragen. De Hoofdbehandelaar, in de rol van Regiebehandelaar, zal zich minder op de gezamenlijke inhoud en meer op de informatie en communicatie gaan richten. De flexibiliteit in de samenwerking die daardoor ontstaat, zeker bij instelling overschrijdende zorgverlening door meerdere zorgverleners, zou de zorg ten goede moeten komen en meer duidelijkheid moeten creëren voor ieders eigen verantwoordelijkheden. Dit sluit ook aan bij de toenemende gedachte van de patiënt-autonomie, waarbij de patiënt de regisseur is van zijn eigen onderzoek en behandeling.
Instellingen zullen de manier waarop zij invulling geven aan hun hoofd- of Regiebehandelaarschap tegen het licht moeten houden en af moeten wegen of een aanpassing daarvan wenselijk of noodzakelijk is.
Gepubliceerd op LinkedIn op 18 februari 2021