Spoedwet: skype-zittingen gelijk aan fysieke zittingen
28 april 2020
Op 24 april 2020 is de Verzamelwet COVID-19 Justitie en Veiligheid in werking getreden. Deze tijdelijke wet treft een aantal voorzieningen die noodzakelijk zijn in verband met de uitbraak van COVID-19. Zo is onder andere in artikel 2 (met terugwerkende kracht) bepaald dat de mondelinge behandeling in civiele en bestuursrechtelijke gerechtelijke procedures kan plaatsvinden door middel van een ’tweezijdig elektronisch communicatiemiddel’. Hiermee wordt bedoeld een video-verbinding, zoals bijvoorbeeld skype, of via de telefoon. Dergelijke ‘skype-zittingen’ werden al ingepland door de rechtbanken, maar hebben nu dus ook een wettelijke basis.
Wel is door de rechtspraak inmiddels ook gecommuniceerd dat vanaf 11 mei 2020 op beperkte schaal rechtszaken weer in fysieke aanwezigheid van procespartijen in de zittingszaal zullen worden behandeld. Het gaat om zaken waarin de fysieke aanwezigheid van procespartijen onmisbaar wordt geacht. Strafzaken, jeugd(straf)zaken en familiezaken krijgen daarbij prioriteit. Arbeidsrechtzaken c.q. WWZ-zaken staan in dit kader, ondanks dat deze als urgent zijn aangewezen, iets lager op de prioriteitenlijst en zullen dus voorlopig door middel van een skype-zitting of schriftelijk worden behandeld.
Gepubliceerd op LinkedIn, 28 april 2020