Slippertje komt werkgever duur te staan
1 december 2020
Een werkgever moet er zo goed als mogelijk voor zorgen dat een werknemer veilig kan werken en dus tijdens zijn werk geen ongeval overkomt. Deze zogenoemde zorgplicht van de werkgever is in de wet vastgelegd. Schiet de werkgever tekort in deze zorgplicht, dan is de werkgever aansprakelijk voor de schade die de werknemer lijdt. Wel moet de werknemer eerst op grond van artikel 7:658 BW voldoende aannemelijk maken dat hij schade heeft geleden tijdens de uitoefening van de werkzaamheden. De casino-medewerker die was uitgegleden in de keuken van de werkgever, slaagde hier glansrijk in. Bovendien ging de kantonrechter (Rechtbank Den Haag, 14 oktober 2020) er helemaal in mee dat de werkgever aansprakelijk is voor de door de medewerker geleden schade. Wat was er gebeurd?
In een nachtdienst is de betreffende medewerker tijdens het frituren van snacks voor de gasten van het casino, gevallen over een plastic plaat die op de vloer was gelegd voor de friteuse. Deze plaat was hier neergelegd omdat er frituurvet op de grond was gemorst. Voor de kantonrechter volgt uit de feiten heel duidelijk dat sprake was van een ‘bedrijfsongeval’, waarvan de werkgever op de hoogte was. Zo weegt onder andere mee dat de werkgever de medische kosten van de werknemer had vergoed onder de mededeling: βVergoeding ziektekosten i.v.m. bedrijfsongevalβ. De kantonrechter was daarbij niet te spreken over het feit dat de werkgever hierop was teruggekomen en in de procedure betwistte dat sprake was van een arbeidsongeval. Dat getuigt niet van goed werkgeverschap, aldus de kantonrechter. Overigens was de kantonrechter er ook niet van gecharmeerd dat de werkgever, om aan aansprakelijkheid te ontkomen, een foto heeft gemaakt van een andere plaat dan de plaat die op de dag van het ongeval voor de friteuse heeft gelegen, en deze in de procedure heeft ingebracht.
Vervolgens beantwoordt de kantonrechter de vraag of de werkgever haar zorgplicht heeft geschonden. Die vraag laat zich volgens de kantonrechter eenvoudig beantwoorden: “De werkplek voldeed volstrekt niet aan de daaraan te stellen veiligheidseisen en de geldende Arbo richtlijnen: er is in een geΓ―mproviseerde keuken een losse plastic plaat gelegd op een vloer die al niet voldoet aan de daaraan te stellen Arbo-eisen. Bovendien erkent werkgever dat er frituurvet is gemorst op de vloer en dat daarom de plaat over die gemorste olie is geplaatst. Als dat al is gedaan, is daarmee een situatie in het leven geroepen waarbij de plastic plaat op een door de frituurolie zeer gladde vloer is gelegd. Het verbaast dan niet dat die plastic plaat is weggegleden toen werknemer daar overheen wilde lopen. Naar het oordeel van de kantonrechter is sprake van een zeer ernstige schending van de zorgplicht door werkgever. Dat werkgever niet beschikte over een horecavergunning, zodat op 9 februari 2017 helemaal geen snacks mochten worden bereid, maakt dit alles nog kwalijker.” De werkgever is dan ook aansprakelijk voor de door de werknemer ten gevolge van het bedrijfsongeval geleden schade en zal deze moeten vergoeden.
Het ‘slippertje’ van de werknemer komt in deze situatie dus volledig voor rekening en risico van de werkgever.
Gepubliceerd op LinkedIn: 1 december 2020