RAAF: Centrale Raad van Beroep doet uitspraak
16 december 2020
Iedere politieambtenaar heeft een functiebeschrijving. Soms klopt deze functiebeschrijving niet (meer). In het geval dat minimaal een jaar lang een andere functie wordt vervuld, dan kan een RAAF-verzoek worden ingediend. De RAAF staat voor Regeling Aanvraag Andere Functie. Inmiddels heeft de Centrale Raad van Beroep (de hoogste rechter in ambtenarenzaken) de eerste RAAF-uitspraak gedaan. Wat was zijn oordeel?
Deze zaak bij de Raad heeft betrekking op een Teamchef B (ECLI:NL:CRVB:2020:3156). Deze teamchef heeft een RAAF-verzoek ingediend, omdat zij dezelfde werkzaamheden zou verrichten als haar collega Teamchef C. De centrale vraag die moet worden beantwoord luidt: is aannemelijk gemaakt dat de feitelijke werkzaamheden wezenlijk afwijken van de geldende functiebeschrijving?
De Raad oordeelde dat deze vraag niet terughoudend moet worden getoetst. Het gaat immers om de vaststelling van feiten.
Volgens de Raad moet onder ‘wezenlijk afwijken’ worden verstaan: het in overwegende mate voldoen aan de niveaubepalende elementen van een andere functie. Dit betekent volgens de Raad dat de ambtenaar in beginsel moet kunnen aantonen dat aan alle niveaubepalende elementen van de andere functie is voldaan (50% is dus onvoldoende).
Er gelden evenwel uitzonderingen. Het hangt daarbij af van de individuele weging van alle feiten en omstandigheden van de specifieke aanvraag. In de toelichting van de RAAF zijn ter verduidelijking enkele voorbeelden gegeven.
Nu weer terug naar de zaak.
Zoals gezegd, ging het om een Teamchef B die stelt dat zij dezelfde werkzaamheden als haar collega Teamchef C verricht. In deze zaak werd vastgesteld dat de Teamchef B en de Teamchef C de leidinggevende taken in onderling overleg verdeelde aan de hand van inhoudelijke onderwerpen. Er werd verder vastgesteld dat sprake was van een nevengeschikte verantwoordelijkheid van beide teamchefs. Beiden vormde samen een ’tandem’ die verantwoordelijk was voor het team. HiΓ«rarchisch gezien was de Teamchef B niet ondergeschikt aan de Teamchef C. De Raad stelde vast dat de onderscheidende elementen tussen beide functies (zo goed als) waren losgelaten. De conclusie was dat de Teamchef B daarom feitelijk niet of nauwelijks kan voldoen aan het samenstel van niveaubepalende elementen in de beschrijving van de functie van Teamchef C. Deze waren immers losgelaten.
De Raad vond dat deze situatie niet in het nadeel van de Teamchef B mocht worden uitgelegd. Kort gezegd, vond de Raad dat aan een aanvrager op grond van de RAAF geen (geheel) andere functie-eisen mogen worden gesteld dan aan degenen die de door haar gewenste functie al vervullen (of gaan vervullen). Dit zal immers in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel, en is daarom niet aanvaardbaar.
De conclusie was dat het RAAF-verzoek moet worden gehonoreerd. De Teamchef B werd alsnog een Teamchef C.
Gepubliceerd op LinkedIn op 16 december 2020