Overuren: wie niet klaagt, wie niet wint? Deel II
3 augustus 2022
Onlangs hebben wij gewezen op de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam over uitbetaling van overuren in relatie tot de wettelijke klachtplicht (https://www.wvo-advocaten.nl/overuren-wie-niet-klaagt-wie-niet-wint/) Kort gezegd, als een werknemer in opdracht van de werkgever overuren maakt, dan heeft de werknemer vaak recht op uitbetaling of compensatie in tijd van deze uren. Wanneer een werknemer te weinig overuren uitbetaald heeft gekregen, heeft de werknemer een loonvordering op de werkgever.
Een loonvordering kan op basis van de wet in beginsel tot vijf jaar na de datum waarop het loon opeisbaar (ofwel verschuldigd) is geworden, worden afgedwongen. Daarna is deze vordering verjaard. Kort gezegd, oordeelde het Gerechtshof Amsterdam dat op een dergelijke loonvordering de wettelijke klachtplicht van toepassing kan zijn (artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek).ย Kort door de bocht: een werknemer moet tijdig klagen anders kan deze loonvordering (uitbetaling van overuren) niet meer afdwingbaar worden.
In een onlangs door WVO Advocaten gewonnen procedure (over uitbetaling van overuren) is de rechtbank Gelderland ingegaan op deze uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam. Wat oordeelde de rechtbank Gelderland hierover?
Deze zaak had betrekking op uitbetaling van een grote hoeveelheid overuren. De werkgever had geen enkele gewerkte overuur aan de werknemer uitbetaald. WVO advocaten heeft deze werknemer bijgestaan om alsnog uitbetaling van deze overuren te kunnen krijgen. De rechtbank Gelderland oordeelde dat in dit geval de klachtplicht niet van toepassing was. De werknemer werd in het gelijk geteld. De rechtbank oordeelde:
“De in artikel 6:89 BW opgenomen klachtplicht vindt zijn oorsprong in het consumentenrecht en is bedoeld voor situaties waarin sprake is van een gebrekkige nakomen, waarin door tijdsverloop de (mate van) gebrekkigheid niet meer beoordeeld kan worden, waardoor de leverancier/ verkoper in zijn verweer wordt geschaad. In het onderhavige geval, waarin uitbetaling wordt gevorderd van beweerdelijke gemaakte overuren en waarin nimmer overuren zijn uitbetaald, is van een ‘gebrekkige’ prestatie geen sprake. Er is sprake van niet-nakomen. Artikel 6:89 BW is in dit geval dan ook niet van toepassing (daarin verschilt de onderhavige zaak wezenlijk van het Hof Amsterdam 5 april 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1060)”
Word je als werkgever geconfronteerd met een ‘claim’ over uitbetaling van overuren รณf heb je als werknemer een loonvordering met betrekking tot overuren? Laat je hierover goed adviseren. De gespecialiseerde advocaten van WVO Advocaten staan voor je klaar!
Gepubliceerd op LinkedIn, 3 augustus 2022