Overeenstemming zonder getekende vaststellingsovereenkomst
24 augustus 2020
Er is geen getekende vaststellingsovereenkomst tussen partijen nodig om overeenstemming over de beëindiging van het dienstverband te bereiken, aldus de Rechtbank Rotterdam. Bevestiging tussen gemachtigden dat sprake is van overeenstemming, is voor het aannemen van een overeenkomst voldoende. Het vastleggen in een vaststellingsovereenkomst is slechts een formalisering en een verdere uitwerking van de overeenkomst die partijen al getroffen hadden.
Feiten
De werkneemster was enkele maanden bij de werkgever in dienst geweest op basis van een oproepcontract en opvolgend op basis van een BBL-contract. Kort na de omzetting van het contract ontstaat er een geschil tussen partijen, waarop de werkgever aangeeft dat de werkneemster niet meer op het werk hoeft te verschijnen. Partijen hebben vervolgens met elkaar onderhandeld. Op 11 november 2019 stuurt de gemachtigde van de werkgever een e-mail aan de gemachtigde van de werkneemster waarin zij een concreet aanbod doet met betrekking tot de einddatum, het nog te betalen loon, de vakantietoeslag en de vakantiedagen. De gemachtigde van de werkneemster heeft hierop ongeveer een half uur later gereageerd met de tekst: “Akkoord!”. Noch de gemachtigde van de werkgever, noch de werkgever zelf, heeft nadien de ‘beloofde’ vaststellingsovereenkomst aangeleverd of uitgevoerd, ondanks herhaalde verzoeken van de gemachtigde van de werkneemster. De werkneemster wendt zich tot de kantonrechter.
De beoordeling
De vraag is of er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen door middel van de e-mails van 11 november 2019. De kantonrechter stelt voorop dat in artikel 6:217 lid 1 BW is bepaald dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding. De gemachtigde van de werkgever doet in haar e-mail van 11 november 2019 een aanbod aan de gemachtigde van de werkneemster. De gemachtigde van de werkneemster heeft dit aanbod aanvaard, waardoor een overeenkomst tot stand is gekomen tussen de werkgever en de werkneemster, ten aanzien van de punten zoals die in de e-mail genoemd zijn, te weten de einddatum van de arbeidsovereenkomst, het salaris, de vakantiedagen en de vakantietoeslag. De werkgever heeft in deze procedure niet betwist dat partijen over die punten overeenstemming hebben bereikt. Dat de werkgever de vaststellingsovereenkomst uiteindelijk niet heeft getekend, omdat zij zich niet kon vinden in bepaalde formuleringen in de vaststellingsovereenkomst, die overigens gangbaar zijn in een dergelijke overeenkomst, maakt niet dat zij niet (meer) is gebonden aan de overeenkomst tussen partijen. De vaststellingsovereenkomst is slechts een formalisering en een verdere uitwerking van de overeenkomst die partijen al getroffen hadden. Nu de vorderingen van de werkneemster inhoudelijk door de werkgever niet zijn betwist, wijst de kantonrechter deze vorderingen toe.
Niet nieuw, wel belangrijk
Er is geen getekende vaststellingsovereenkomst tussen partijen nodig om overeenstemming over de beëindiging van het dienstverband te bereiken. Bevestiging tussen gemachtigden dat sprake is van overeenstemming, is voor het aannemen van een overeenkomst voldoende. Dit is niet nieuw, maar het is wel belangrijk om je hiervan bewust te zijn.
Gepubliceerd op LinkedIn, 24 augustus 2020