Opstellen probleemanalyse eigen verantwoordelijkheid bedrijfsarts?
23 juli 2020
Met enige regelmaat krijgen wij de vraag in hoeverre een bedrijfsarts zelf verantwoordelijk is voor het (tijdig) opstellen van een probleemanalyse. Die vraag speelt met name op als de werkgever het zogenaamde “eigen regie model” toepast waarbij de bedrijfsarts veelal op afroep beschikbaar is.
Wat is een probleemanalyse?
De verplichting tot het opstellen van de probleemanalyse, uiterlijk 6 weken na de eerste ziektedag, vloeit voort uit artikel 2 lid 2 van de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar (hierna: Regeling). Hierin staat: “De werkgever verlangt indien er naar de verwachting van de bedrijfsarts of de arbodienst sprake is van dreigend langdurig ziekteverzuim, binnen zes weken na de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid een oordeel van de bedrijfsarts of de arbodienst over het desbetreffende ziektegeval”. Het woord “probleemanalyse” wordt in dit artikel dus niet gebruikt, de Regeling spreekt over slechts over een “oordeel”.
Over de wijze waarop het “oordeel” (probleemanalyse) tot stand komt bevat de Regeling geen concrete eisen of instructies. Uit de toelichting bij de Regeling blijkt alleen dat de probleemanalyse uit twee onderdelen bestaat: een beschrijving van de gegevens die van belang zijn bij het herstel en de beoordeling van die gegevens. Op welke wijze deze gegevens verzameld en beoordeeld worden, dat wil zeggen door middel van een fysiek contact tussen medewerker en bedrijfsarts, is niet vastgelegd. Het lijkt er op dat de wetgever er voor heeft gekozen om dit over te laten aan de professionele inschatting en beoordeling van de bedrijfsarts.
Vormvrij
Vaak wordt gedacht dat een probleemanalyse een uitgebreid stuk moet zijn conform het model van het UWV maar dat is niet het geval. In een recente tuchtzaak waarin ik een bedrijfsarts bij stond oordeelde het Regionaal Tuchtcollege in Amsterdam dat de manier waarop een probleemanalyse wordt vastgelegd, vormvrij is. In een recente uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege Zwolle van 17 april 2020 werd dit bevestigd. Volgens het Tuchtcollege hoort een de probleemanalyse in principe de volgende elementen te bevatten: (1) een beschrijving van gegevens die van belang zijn voor herstel, werkhervatting en re-integratie en (2) beoordeling van deze gegevens. Het opstellen van een probleemanalyse is vooral bedoeld om te voorkomen dat re-integratiekansen worden gemist c.q. onvoldoende of verkeerde re-integratie inspanningen worden verricht. Omdat een probleemanalyse vormvrij is kan het dus ook zijn uitgevoerd in de vorm van een terugkoppeling naar aanleiding van een spreekuur, zolang de hiervoor genoemde informatie er maar in staat.
Zelfstandige verantwoordelijkheid?
In de hierboven genoemde uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege Zwolle werd overwogen dat het een zelfstandige verantwoordelijkheid is van de bedrijfsarts om (tijdig) een probleemanalyse op te stellen. Het Tuchtcollege overweegt daarbij: “Het opstellen van een probleemanalyse is een verplichting van de bedrijfsarts die rechtstreeks voortvloeit uit de wet en is dus niet afhankelijk van een verzoek van de werkgever daartoe”.
Deze overweging van het Tuchtcollege is naar mijn mening niet juist. De wettelijke regeling geeft namelijk nadrukkelijk aan dat de werkgever een probleemanalyse dient te “verlangen” (lees: vragen van de bedrijfsarts). Uit de (letterlijke) tekst van de regeling kan dus niet worden afgeleid dat de bedrijfsarts ook ongevraagd een probleemanalyse dient af te geven. Dit ligt ook niet voor de hand omdat dat zou impliceren dat de bedrijfsarts ook ongevraagd een probleemanalyse moet opstellen als de werkgever en werknemer daar geen behoefte aan hebben. Juist als een werkgever het Eigen Regie model (maatwerkregeling) toepast komt het regelmatig voor dat de bedrijfsarts pas na enkele maanden wordt ingeschakeld.
In de uitspraak verwijst het Tuchtcollege naar een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege van 15 augustus 2017 waaruit eveneens zou blijken dat het een zelfstandige verantwoordelijkheid is van de bedrijfsarts om de probleemanalyse tijdig op te stellen. De casus waarin het Centraal Tuchtcollege die uitspraak deed was echter wezenlijk anders: In die casus had de werkgever het tijdig opstellen van de probleemanalyse nadrukkelijk aan de arbodienst uitbesteed. De arbodienst had echter niet (tijdig) de bedrijfsarts geïnstrueerd dat de werkgever een probleemanalyse wilde ontvangen. Het verweer van de bedrijfsarts dat de fout dus lag bij de arbodienst ging volgens het Centraal Tuchtcollege niet op omdat het een zelfstandige verplichting betrof van de bedrijfsarts. Die situatie is dus anders dan wanneer de werkgever een dergelijk verzoek niet heeft gedaan en de bedrijfsarts dus ongevraagd een probleemanalyse zou moeten opstellen. In dat geval zal de bedrijfsarts de medewerker ook uit eigen beweging tijdig moeten oproepen voor een verzuimspreekuur, en ook dat is iets wat in de praktijk vaak alleen gebeurt als de werkgever (of werknemer) er om vraagt. Een dergelijke nadrukkelijke verplichting zou naar mijn mening ook in strijd zijn met de ruimte die bedrijfsartsen hebben als de werkgever en werknemer het Eigen regie model toepassen, zo blijkt uit een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege van 21 juni 2018 waarin wij de bedrijfsarts bijstonden.
Pascal Willems
Advocaat bij WVO Advocaten
Gepubliceerd op LinkedIn, 23 juli 2020