Meer of minder opinions?
21 april 2015
De positie van de bedrijfsarts staat ter discussie. In de herfst van vorig jaar werd het verdeelde SER-advies gepresenteerd over de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg. Een belangrijk kritiekpunt van de FNV is dat de bedrijfsarts niet onafhankelijk kan zijn omdat hij door de werkgever wordt betaald. De oplossing voor dit probleem ligt voor de hand: laat de kosten voor de bedrijfsarts door werkgevers en werknemers samen betalen. Desondanks stuurt het FNV aan op betaling uit de publieke middelen. En dat ziet de minister natuurlijk niet zitten…
In reactie op het SER-advies draagt minister Asscher in zijn brief van 28 januari oplossingen aan voor de volgende (knel)punten:
»Betere arbodienstverlening door meer betrokkenheid van werknemers.
»Meer preventie op het werk.
»Het vastleggen van een basiscontract voor professionele arbodienstverlening en meer bescherming voor de werknemer.
»Betere zorg voor werknemers door goede samenwerking tussen reguliere gezondheidszorg en bedrijfsgezondheidszorg.
Hoewel de minister in deze brief ook aangeeft dat hij het belangrijk vindt dat de werkgever zelf regie kan voeren over zijn arbobeleid door middel van de maatwerkregeling (artikel 14a Arbowet), zijn de plannen vooral gericht op het verbeteren van de positie van de werknemer. Op sommige gebieden, zoals preventie en de melding van beroepsziekten, is dat ook nodig. Maar de plannen bevatten ook onnodige maatregelen.
Een van de meest opmerkelijke vernieuwingen die de minister wil invoeren, is de verplichting om in het contract tussen de arbodienst en de werkgever het recht op een second opinion te laten opnemen. Nu denkt u waarschijnlijk: dat hebben we toch al in de vorm van het deskundigenoordeel van het UWV? Dat is juist, maar uit de voetnoot blijkt dat de minister nadrukkelijk niet doelt op het deskundigenoordeel van het UWV. Een second first opinion dus, naast de second opinion bij het UWV. De kosten van dit second second opinion zullen naar alle waarschijnlijkheid betaald gaan worden door de werkgever. Er verandert dan ook niets aan de wijze van financieren van deze opinions, zodat ook de kritiek van het FNV over de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts van de werkgever blijft bestaan. Welk doel dient een dergelijk second opinion? Aan de kritiek vanuit de werknemers wordt niet tegemoet gekomen, terwijl werkgevers geconfronteerd zullen worden met nog hogere kosten voor arbodienstverlening. De enige die hier beter van zal worden is de minister zelf. Want de invoering van een privaat second opinion betekent zeer waarschijnlijk minder deskundigenoordelen en dus ook minder kosten voor het UWV. In feite is deze maatregel de zoveelste stap in de privatisering van overheidstaken. En zo gaat ook hier het oude gezegde op: ‘Twee honden vechten om een been en de derde gaat er mee heen’.
Gepubliceerd in: Arbo, 21 april 2015