Een goede overeenkomst is het halve werk
12 oktober 2020
Het is evident dat contracten, en dus ook arbeidsovereenkomsten, zo duidelijk mogelijk moeten worden geformuleerd om discussies over de uitleg van een overeenkomst te voorkomen. In een uitspraak van 30 september 2020 van de Rotterdamse kantonrechter werd dit weer eens duidelijk. De werkgever wilde een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ontslaan wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Nadat de werkgever echter een ontslagaanvraag had ingediend bij het UWV, belde een medewerker van het UWV met de mededeling dat de werkgever zich – bij gebreke van een tussentijds opzegbeding in de arbeidsovereenkomst – niet tot het UWV, maar tot de kantonrechter diende te wenden. In de arbeidsovereenkomst stond: “de arbeidsovereenkomst kan te allen tijde door ieder van partijen worden opgezegd tegen het einde van een kalendermaand met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden door de werkgever en ÊÊn door de werknemer”. De werkgever heeft vervolgens de ontslagaanvraag ingetrokken en wendde zich, conform de mededeling van de medewerker van het UWV tot de kantonrechter. Anders dan het UWV, oordeelde de kantonrechter echter dat de bepaling over de opzegging in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, wel degelijk aan te merken is als een tussentijds opzegbeding. In de overeenkomst stond namelijk dat de arbeidsovereenkomst “te allen tijde” door ieder van partijen mocht worden opgezegd. Dat betekent volgens de kantonrechter dus dat de arbeidsovereenkomst ook tussentijds mag worden opgezegd. De kantonrechter verklaarde de werkgever dan ook niet ontvankelijk zodat de werkgever nu alsnog een ontslagaanvraag moet indienen bij het UWV. De onduidelijkheid in de overeenkomst leverde per saldo dubbel (zo niet driedubbel) werk op. Een goede overeenkomst is dus toch het halve werk.
Zijn uw modelcontracten nog bij de tijd?