Dilemma Vrijdag 😎
1 november 2024
𝐃𝐞 𝐚𝐫𝐛𝐞𝐢𝐝𝐬𝐨𝐯𝐞𝐫𝐞𝐞𝐧𝐤𝐨𝐦𝐬𝐭 𝐭𝐮𝐬𝐬𝐞𝐧 𝐰𝐞𝐫𝐤𝐠𝐞𝐯𝐞𝐫 𝐞𝐧 𝐰𝐞𝐫𝐤𝐧𝐞𝐦𝐞𝐫 𝐢𝐬 𝐦𝐨𝐧𝐝𝐞𝐥𝐢𝐧𝐠 𝐨𝐯𝐞𝐫𝐞𝐞𝐧𝐠𝐞𝐤𝐨𝐦𝐞𝐧 𝐞𝐧 𝐧𝐨𝐨𝐢𝐭 𝐨𝐩 𝐩𝐚𝐩𝐢𝐞𝐫 𝐛𝐞𝐯𝐞𝐬𝐭𝐢𝐠𝐝. 𝐎𝐩 𝐝𝐞 𝐥𝐨𝐨𝐧𝐬𝐭𝐫𝐨𝐤𝐞𝐧 𝐬𝐭𝐚𝐚𝐭 𝐝𝐚𝐭 𝐝𝐞 𝐚𝐫𝐛𝐞𝐢𝐝𝐬𝐨𝐯𝐞𝐫𝐞𝐞𝐧𝐤𝐨𝐦𝐬𝐭 𝐢𝐬 𝐚𝐚𝐧𝐠𝐞𝐠𝐚𝐚𝐧 𝐯𝐨𝐨𝐫 “𝐛𝐞𝐩𝐚𝐚𝐥𝐝𝐞 𝐭𝐢𝐣𝐝”. 𝐖𝐞𝐫𝐤𝐧𝐞𝐦𝐞𝐫 𝐢𝐬 𝐯𝐚𝐧 𝐦𝐞𝐧𝐢𝐧𝐠 𝐝𝐚𝐭 𝐞𝐫 𝐬𝐩𝐫𝐚𝐤𝐞 𝐢𝐬 𝐯𝐚𝐧 𝐞𝐞𝐧 𝐚𝐫𝐛𝐞𝐢𝐝𝐬𝐨𝐯𝐞𝐫𝐞𝐞𝐧𝐤𝐨𝐦𝐬𝐭 𝐯𝐨𝐨𝐫 𝐨𝐧𝐛𝐞𝐩𝐚𝐚𝐥𝐝𝐞 𝐭𝐢𝐣𝐝. 𝐖𝐢𝐞 𝐦𝐨𝐞𝐭 𝐛𝐞𝐰𝐢𝐣𝐳𝐞𝐧?
De kantonrechter in Nijmegen is hier heel duidelijk over. Hoewel de werkgever op grond van artikel 7:655 BW verplicht is om de werknemer schriftelijk kenbaar te maken wat de wezenlijke kenmerken zijn van de arbeidsovereenkomst, zegt dit niets over de bewijslast.
Dan vallen we terug op de algemene bewijsregel “wie eist, bewijst”. De werknemer beroept zich op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, dus de werknemer moet dit ook bewijzen.
Maar let op! Als een werkgever de afspraken niet op papier heeft gezet, geldt dat er wel een zwaardere motiveringsplicht is en zal de werkgever meer moeten aanvoeren om de stelling van de werknemer met succes gemotiveerd te betwisten.
We blijven het zeggen: Wie schrijft, die blijft 📚 😎
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBGEL:2024:6835&showbutton=true
Gepubliceerd op LinkedIn, 1 november 2024