Dilemma Vrijdag π
31 mei 2024
Vergoeding voor advocaatkosten in een vaststellingsovereenkomst, wie draait op voor de (fiscale) gevolgen?
Het ligt op de weg van de werkgever om in een vaststellingsovereenkomst expliciet te vermelden of de advocaatkosten als brutoloon of nettoloon worden verwerkt.
De kantonrechter oordeelde recentelijk over de vraag wie de loonbelastinglast draagt. Partijen spraken af dat de werkgever een vast bedrag aan advocaatkosten zou betalen, alle extra kosten zouden van de bruto beΓ«indigingsvergoeding worden afgetrokken. Werkgever had uiteindelijk de advocaatkosten als brutoloon verwerkt, waardoor er loonbelasting werd geheven. Werknemer stelde zich op het standpunt dat de advocaatkosten onterecht als brutoloon waren aangemerkt. Volgens de werknemer was de fiscale verloning en de doorbelasting hiermee onterecht in rekening gebracht. Beide partijen beroepen zich op de afspraken die zijn vastgelegd in de vaststellingsovereenkomst en de verwachtingen die zij op grond daarvan mochten hebben. De kantonrechter oordeelde dat werknemer niet hoefde te verwachten dat de werkgever de kosten als een maximum bruto vergoeding bedoelde, terwijl werkgever wel had moeten begrijpen dat werknemer een bruto/nettovoordeel op het oog had. Het had op de weg van de werkgever gelegen om daar aan de voorkant duidelijkheid over te creΓ«ren.
Bij dergelijke discussies is de uitleg van de vaststellingsovereenkomst van belang. Het komt aan op de zin die werknemer en werkgever in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen en wat zij op basis daarvan van elkaar mochten verwachten. Hierbij weegt nog mee dat het niet ongebruikelijk is dat de loonbelasting over de advocaatkosten bij een vaststellingsovereenkomst voor rekening van de werkgever komt.
Gepubliceerd op LinkedIn, 31 mei 2024