De zzp’er is volledig ingebed in de organisatie, maar toch is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst
20 juni 2024
De plannen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan stapelen zich inmiddels op. Wat de afgelopen jaren in ieder geval duidelijk is geworden, is dat alle omstandigheden meewegen in de beoordeling of een zzp’er eigenlijk toch in dienst is op basis van een arbeidsovereenkomst. Uit de rechtspraak kunnen we afleiden dat er veel gewicht wordt toegekend aan de vraag of een zzp’er volledig is ingebed in de organisatie. Met andere woorden: in hoeverre is de zzp’er nog te onderscheiden van de werknemers? Hoe meer ‘inbedding’, hoe eerder toch sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Toch valt het oordeel soms ook anders uit. Zo oordeelde de rechtbank Zeeland-West-Brabant recent dat een zzp’er die was ingebed in de organisatie geen arbeidsovereenkomst had. In deze zaak vorderde de zzp’er een arbeidsovereenkomst. Deze werknemer stelde zich op het standpunt dat hij inhoudelijk exact hetzelfde werk deed als zijn collega’s in loondienst, dezelfde bedrijfskleding droeg en niet anders werd behandeld dan de eigen werknemers van het bedrijf waar hij werkzaam was.
De kantonrechter was het tot zover met de zzp’er eens dat er sprake was van inbedding in de organisatie. Toch leidde dit niet tot een arbeidsovereenkomst. Zo woog de kantonrechter bijvoorbeeld mee dat deze zzp’er niet onder de verlofregeling van de werkgever viel en naast de bedrijfskleding geen bedrijfsgoederen had ontvangen. Daarnaast zou er voor de zzp’er een zeker commercieel risico zijn. Uit de overeenkomsten volgde namelijk dat de zzp’er aansprakelijk was voor de schade die tijdens zijn werkzaamheden door een derde wordt geleden en hij hier dus een verzekering voor moest afsluiten. Daarnaast werd de zzp’er niet belemmerd om elders werkzaamheden uit te voeren en blijkt uit de facturen dat de zzp’er gebruik heeft gemaakt van de kleine ondernemersregeling.
Al met al oordeelde de kantonrechter dus dat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst. Hoewel inbedding een belangrijke aanwijzing is dat er tussen partijen toch een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, is dit argument niet altijd voldoende om tot de conclusie te komen dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. Alle omstandigheden spelen een rol bij deze beoordeling. Steeds vaker zien we dat de vraag of de zelfstandige een zeker commercieel risico loopt, zwaar meeweegt in de beslissing van de rechter.
Kortom, ga je met een zzp’er in zee? Bepaal dan nauwkeurig hoe uitvoering gegeven zal worden aan de samenwerking, zodat je later niet alsnog voor verrassingen komt te staan.
Gepubliceerd op LinkedIn, 20 juni 2024