De werkende moeder en het voedingsrecht
27 augustus 2020
Begin deze maand was het Wereld Borstvoeding Week. Een mooi moment om eens te kijken naar het voedingsrecht van de werkende moeder. Wat houdt het voedingsrecht van vrouwelijke werknemers in? En aan welke eisen dient een kolfruimte te voldoen?
Het voedingsrecht
Het voedingsrecht van werkende moeders wordt geregeld in Artikel 4:8 Arbeidstijdenwet. Dit artikel regelt het volgende:
- Een vrouwelijke werknemer, die een borstkind voedt, heeft, indien zij de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld, gedurende de eerste 9 levensmaanden van dat kind het recht de arbeid te onderbreken ten einde in de nodige rust en afzondering haar kind te zogen dan wel de borstvoeding te kolven. De werkgever biedt haar daartoe de gelegenheid en stelt, waar nodig, een geschikte af te sluiten besloten ruimte ter beschikking.
- De onderbrekingen, bedoeld in het eerste lid, vinden plaats zo vaak en zo lang als nodig is doch bedragen gezamenlijk ten hoogste een vierde van de arbeidstijd per dienst. De vaststelling van het tijdstip en de duur van de onderbrekingen vindt plaats door de betrokken vrouwelijke werknemer na overleg met de werkgever.
- De duur van de onderbrekingen, bedoeld in dit artikel, gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd, waarover de vrouwelijke werknemer haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon behoudt.
- Elk beding waarbij ten nadele van de vrouwelijke werknemer wordt afgeweken van dit artikel, is nietig.
Een vrouwelijke werknemer die borstvoeding geeft heeft dus totdat haar kind negen maanden oud is het recht om tijdens werktijd, in de nodige rust en afzondering, haar kind te voeden (op het werk, dan wel thuis) dan wel borstvoeding te kolven. De vrouwelijke werknemer mag haar werk zo vaak en zo lang als nodig onderbreken, met een maximum van een kwart van haar arbeidstijd per dienst. Dus als een zij acht uur per dag werkt, mag zij twee uur daarvan besteden aan voeden en/of kolven. De tijd die de vrouwelijke werknemer nodig heeft voor het geven van borstvoeding, dan wel voor het kolven van borstvoeding, wordt gezien als werktijd en de werkgever is verplicht over deze uren het salaris door te betalen.
Aan welke eisen voldoet een goede kolfruimte?
De werkgever dient aan de vrouwelijke werknemer, waar nodig, een geschikte af te sluiten ruimte ter beschikking te stellen om te voeden, dan wel te kolven. Artikel 3.48 Arbeidsomstandighedenbesluit regelt hierover: βVoor zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie is een geschikte, af te sluiten besloten ruimte beschikbaar, waarin gelegenheid is of onmiddellijk kan worden gemaakt voor het nemen van rust. In een zodanige ruimte is een deugdelijk, al of niet opvouwbaar bed of een deugdelijke rustbank beschikbaar.β
Als de werkgever geen goede ruimte beschikbaar kan stellen, mag de werkneemster zelf een kolfruimte regelen of onder werktijd naar het kind toegaan om deze te voeden.
Een kolfruimte dient te voldoen aan de volgende eisen:
- De ruimte moet van binnenuit afgesloten kunnen worden, zodat de vrouwelijke werknemer voldoende privacy heeft;
- De kolfruimte dient een rustige, afgezonderde ruimte te zijn;
- In de ruimte moet een stoel, (opvouwbaar) bed of een rustbank staan;
- Het klimaat in de kolfruimte moet behaaglijk zijn (voldoende verse lucht en voldoende voorzieningen voor klimaatbeheersing);
- Er moet een koelkast zijn waarin de gekolfde melk bewaard kan worden. Idealiter staat deze koelkast in de kolfruimte;
- Potentieel schadelijke stoffen mogen niet aanwezig zijn in de ruimte en de ruimte moet hygiΓ«nisch zijn. Dat maakt dat een toilet geen geschikte kolfruimte is;
- Niet verplicht, maar wel prettig, is stromend water in de kolfruimte voor het omspoelen van het kolfapparaat en de bewaarfles.
Er is nog ruimte voor verbetering
In veel Nederlandse organisaties ontbreekt een goede kolfruimte, zo blijkt uit onderzoek van Ouders van Nu begin 2018. Als er geen goede kolfruimte ter beschikking wordt gesteld, heeft de vrouwelijke werknemer het recht zelf een geschikte kolfplek te regelen. Ook mist de vrouwelijke werknemer soms het begrip van de werkgever en collegaβs. Een tip voor een vrouwelijke werknemer die gebruik wil maken van het voedingsrecht is om dit tijdig met de werkgever te bespreken, zodat er tijd is om te overleggen hoe dit het beste vorm gegeven kan worden op het moment dat de vrouwelijke werknemer na haar zwangerschaps- en bevallingsverlof weer komt werken.
Gepubliceerd op LinkedIn, 27 augustus 2020