Skip to main content

Betaalt ZW-eigenrisicodrager rekening voor fout UWV?

20 februari 2018

In een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 6 december 2017 heeft de Raad bepaald dat ook bij het beëindigen van een Ziektewetuitkering na bezwaar een aanzegtermijn van één maand geldt. Meer specifiek ging het in deze zaak erom dat, als er na bezwaar tegen de beslissing op bezwaar naar aanleiding van de eerstejaars Ziektewetbeoordeling nog steeds geen recht bestaat op een Ziektewetuitkering en in de beslissing op bezwaar nieuwe functies worden geduid, de uitloop- c.q. aanzegtermijn die in dat geval geldt, door de eigenrisicodrager moet worden betaald (ondanks dat er dus nog steeds geen recht bestaat op een Ziektewetuitkering).

In deze bijdrage wordt de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 6 december 2017 onder de loep genomen en wordt gekeken of er voor de eigenrisicodrager mogelijkheden zijn de schade die zij mogelijk lijden als gevolg van de beslissing op bezwaar van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) kunnen beperken.

Uitspraak CRvB 6 december 2017

In de uitspraak van de Raad ging het over een (ex)werknemer die ziek uit dienst is gegaan bij zijn (ex)werkgever. De (ex)werknemer heeft vervolgens aanspraak gemaakt op een Ziektewetuitkering. Omdat de (ex) werkgever eigenrisicodrager is voor de Ziektewet, wordt de Ziektewetuitkering door de (ex)werkgever betaald.

Het UWV voert na één jaar standaard de eerstejaars Ziektewetbeoordeling uit en komt daarbij tot de conclusie dat de (ex)werknemer geen recht meer heeft op een Ziektewetuitkering, omdat hij meer dan 65 procent van zijn maatmaninkomen kan verdienen. De (ex)werknemer is het hier niet mee eens en gaat in bezwaar tegen de beslissing van het uitvoeringsinstituut.

Geen recht op ZW

In bezwaar komt het UWV tot de conclusie dat de (ex) werknemer weliswaar meer beperkingen heeft dan de primaire verzekeringsarts heeft vastgesteld, maar dat de (ex)werknemer nog steeds meer dan 65 procent van het maatmaninkomen kan verdienen, met als gevolg dat (nog steeds) geen recht bestaat op een Ziektewetuitkering.

Wel uitlooptermijn

Omdat er naar aanleiding van de verdergaande beperkingen in de beslissing op bezwaar een nieuwe functie is geduid, wordt in de beslissing op bezwaar wel een uitlooptermijn van één maand gehanteerd. Met als gevolg dat de (ex)werknemer recht behoudt op een Ziektewetuitkering tot één maand en één dag na de datum van de beslissing op bezwaar.

De (ex)werkgever is het niet eens met de beslissing op bezwaar en gaat hiertegen in beroep. In beroep bij de rechtbank voert de (ex)werkgever aan dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen ten onrechte opnieuw een uitloop- c.q. aanzegtermijn van één maand heeft gehanteerd met als gevolg dat zij langer de Ziektewetuitkering van haar (ex)werknemer moet betalen. Volgens de rechtbank heeft het UWV terecht een (nieuwe) uitlooptermijn van één maand toegepast op de situatie van de (ex)werknemer. De (ex)werkgever gaat tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.

Hoger beroep

In hoger beroep heeft de (ex)werkgever opnieuw aangevoerd dat het hanteren van een uitlooptermijn na de beslissing op bezwaar niet van toepassing zou mogen zijn op het intrekken van een Ziektewetuitkering, ondanks dat in de beslissing op bezwaar nieuwe functie(s) zijn geduid en aangezegd.

Het gaat bij een Ziektewetuitkering volgens de (ex)werkgever namelijk om een andere situatie dan bij het beëindigen van een WIA- of WAO-uitkering. Bij het beëindigen van een WAO of WIA uitkering wordt namelijk standaard een uitlooptermijn gehanteerd. Dat betekent dat als het uitvoeringsinstituut heeft besloten dat zij de WAO of WIA uitkering beëindigd wordt, de verzekerde de tijd krijgt om zich daarop voor te bereiden.

Geen gewenningsperiode

De (ex)werkgever in deze zaak meent dat bij de Ziektewet van een uitkeringsgerechtigde juist wordt verwacht dat hij snel inspeelt op een nieuwe situatie en dus ook geen ‘gewenningsperiode’ nodig heeft om zich te oriënteren op de nieuw geduide functies. Om die reden meent de (ex)werkgever dat een uitloop- c.q. aanzegtermijn van één maand niet van toepassing is bij het beëindigen van een Ziektewetuitkering na een beslissing op bezwaar.

Hantering aanzegtermijn

De Raad volgt het standpunt van de (ex)werkgever niet. De Raad is van mening dat ook bij het beëindigen van een Ziektewetuitkering een aanzegtermijn gehanteerd mag worden door het uitvoeringsinstituut. De verzekerde moet zich namelijk ook bij de beëindiging van een Ziektewetuitkering kunnen instellen op de nieuwe functies en zich op de arbeidsmarkt kunnen oriënteren. Dat de (ex)werkgever door deze aanzegverplichting wordt benadeeld, kan in deze verplichting van het uitvoeringsinstituut geen wijziging brengen volgens de Raad.

De uitspraak van de Raad is helder: ook bij de beëindiging van een Ziektewetuitkering na een beslissing op bezwaar moet een uitlooptermijn worden gehanteerd (mits er nieuwe functies zijn geselecteerd in de beslissing op bezwaar).

Langere doorbetaling

De gevolgen van deze uitspraak zijn echter wrang voor de eigenrisicodrager. De eigenrisicodrager moet immers langer de Ziektewetuitkering doorbetalen voor de (ex) werknemer omdat opnieuw een uitlooptermijn wordt gehanteerd, terwijl de (ex)werknemer feitelijk (nog steeds) geen recht meer heeft op een Ziektewetuitkering na de eerstejaars Ziektewetbeoordeling. Alleen omdat er in de beslissing op bezwaar één of meer andere functies zijn geduid door het UWV loopt de Ziektewetuitkering langer door.

Kan de eigenrisicodrager de schade beperken?

Hoe nadelig de financiële consequenties voor de eigenrisicodrager ook zijn, de eigenrisicodrager staat gelukkig middelen ter beschikking om de schade te beperken. In artikel 8:88 Algemene wet bestuursrecht (Awb) is namelijk bepaald dat een belanghebbende de bestuursrechter kan verzoeken om het bestuursorgaan te veroordelen tot het betalen van schadevergoeding die de belanghebbende heeft geleden als gevolg van een onrechtmatig besluit.

Schadeverzoek

Voor een succesvol schadeverzoek ex artikel 8:88 Awb is het nodig dat sprake is van onrechtmatig handelen van een bestuursorgaan. In de regel staat het onrechtmatig handelen van een bestuursorgaan vast als een bezwaar gegrond wordt verklaard. Daarvan was in de besproken zaak van de Raad van 6 december 2017 ook sprake: het bezwaar van de (ex)werknemer is gegrond verklaard.

Daarmee staat de onrechtmatigheid van het primaire besluit dus in principe vast. Doordat het UWV in het primaire besluit onzorgvuldig is geweest in de verzekeringsgeneeskundige en/of arbeidsdeskundige beoordeling, is in de beslissing op bezwaar een nieuwe functie geduid en is opnieuw een uitlooptermijn gehanteerd voordat de Ziektewetuitkering daadwerkelijk wordt beëindigd.

Zorgvuldig onderzoek

De uitlooptermijn na de beslissing op bezwaar moet door de eigenrisicodrager worden betaald en daarmee staat in principe vast dat de eigenrisicodrager schade als gevolg van het onrechtmatige besluit heeft geleden. Immers, als het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen bij het primaire besluit zorgvuldig onderzoek had gedaan, dan was het bezwaar niet gegrond verklaard, was er geen nieuwe functie geduid en was er geen (nieuwe) uitlooptermijn gehanteerd (voor rekening van de eigenrisicodrager).

De regeling van het schadeverzoek van artikel 8:88 Awb regelt dat de belanghebbende een verzoek tot schadevergoeding kan doen hangende een beroepsprocedure. Het betekent dat als de eigenrisicodrager in beroep is gegaan tegen de beslissing op bezwaar, hij direct een schadeverzoek bij zijn beroepschrift kan voegen. Een andere mogelijkheid is, als de eigenrisicodrager bijvoorbeeld niet in beroep gaat tegen de beslissing op bezwaar, om het UWV te verzoeken een beslissing te nemen over het vergoeden van de schade. Mocht het UWV afwijzend reageren op dit verzoek, dan kan de eigenrisicodrager tegen deze beslissing in bezwaar en later eventueel beroep.

Overigens is het in sommige gevallen het geval dat de eigenrisicodrager, voordat hij het schadeverzoek bij de bestuursrechter indient, het UWV de gelegenheid geeft om op het schadeverzoek te reageren (artikel 8:90 lid 2 Awb). Op die manier wordt aan het UWV de gelegenheid gegeven om vóór de beroepsprocedure een beslissing te nemen op het schadeverzoek.

Het komt namelijk voor dat het uitvoeringsinstituut de schade direct vergoedt (zonder tussenkomst van de rechter) en dan is een procedure bij de rechter niet noodzakelijk.

Conclusie

De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 6 december 2017 brengt met zich mee dat ook bij de beëindiging van een Ziektewetuitkering (na bezwaar) een nieuwe aanzeg- c.q. uitlooptermijn dient te worden gehanteerd als er nieuwe functies zijn geduid.

De eigenrisicodrager draait op voor de kosten van de uitlooptermijn en moet de Ziektewetuitkering langer doorbetalen aan de (ex)werknemer.

Het goede nieuws is (gelukkig) dat de eigenrisicodragende (ex)werkgever wel middelen ter beschikking staan om de financiële schade van de uitlooptermijn op het UWV kan verhalen: het schadeverzoek van artikel 8:88 Awb.

NIEUWSBERICHT VERZAMELWET SZW 2018

Op 15 november 2017 heeft de Eerste Kamer de Verzamelwet SZW 2018 aangenomen. Op 15 december 2017 is de Verzamelwet gepubliceerd in het Staatsblad 2017 484. In de Verzamelwet SZW zijn wijzigingen opgenomen van diverse wetten op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid. Een belangrijke wijziging betreft artikel 45 eerste lid onderdeel j. Aan dit artikel wordt tevens de eigenrisicodrager voor de Ziektewet opgenomen. Dit is een belangrijke wijziging, omdat het niet duidelijk was of een (ex)werknemer ook jegens een eigenrisicodrager een benadelingshandeling kon plegen. Deze problematiek is aan de orde geweest in het artikel “Eigenrisicodragerschap Ziektewet: gelijke monniken, ongelijke kappen?”, zoals dat in Personeel & Recht van april 2017 is verschenen.

In dat artikel is de problematiek omtrent het weigeren van de Ziektewetuitkering door een eigenrisicodrager besproken en de wisselende jurisprudentie die hierover is gepubliceerd. Zoals in het artikel is betoogd, zou er duidelijkheid moeten komen over deze problematiek al dan niet door de Centrale Raad van Beroep. Met de verzamelwet SZW 2018 komt de duidelijkheid uit een andere hoek, namelijk van de wetgever. Belangrijkste is dat er eindelijk duidelijkheid is: ook jegens de eigenrisicodrager kan een (ex)werknemer een benadelingshandeling plegen, met als potentieel gevolg dat de (ex)werknemer blijvend geen recht heeft op een Ziektewetuitkering.

Gepubliceerd in: Personeel & Recht, 20 februari 2018

Nieuws & Kennis

AlgemeenWorkshops en opleidingen
28 augustus 2024

LUSTRUM – WVO EVENT 10 oktober 2024!

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEVanwege de vele aanmeldingen, komen nieuwe aanmeldingen op dit moment op een wachtlijst.
AlgemeenArbeidsrechtSamantha Kranenburg
22 november 2024

𝐃𝐢𝐥𝐞𝐦𝐦𝐚 𝐯𝐫𝐢𝐣𝐝𝐚𝐠😎🎁

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVE 𝐆𝐞𝐞𝐟𝐭 𝐞𝐞𝐧 𝐢𝐧𝐭𝐞𝐧𝐭𝐢𝐞𝐯𝐞𝐫𝐤𝐥𝐚𝐫𝐢𝐧𝐠 𝐫𝐞𝐜𝐡𝐭 𝐨𝐩 𝐞𝐞𝐧 𝐯𝐚𝐬𝐭 𝐜𝐨𝐧𝐭𝐫𝐚𝐜𝐭, 𝐨𝐟 𝐢𝐬 𝐡𝐞𝐭 𝐬𝐥𝐞𝐜𝐡𝐭𝐬 𝐞𝐞𝐧 𝐧𝐢𝐞𝐭𝐬𝐳𝐞𝐠𝐠𝐞𝐧𝐝 𝐩𝐚𝐜𝐭? Sinterklaas heeft van een…
AlgemeenArbeidsrechtLeon ToonenZiekte en verzuim
21 november 2024

Inschakelen bedrijfsrecherche prematuur: ernstig verwijtbaar handelen door werkgever

JTNDaDMlMjBzdHlsZSUzRCUyMmNvbG9yJTNBJTIwJTIzMDA4YzliJTNCJTIyJTNFJTVCcG9zdF9wdWJsaXNoZWQlNUQlM0MlMkZoMyUzRQ==JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEAls werkgever zijn er situaties waarin je een recherchebureau wil inschakelen. Maar let op! Het inschakelen van bedrijfsrecherche wordt gezien…