Bestuursrechter vernietigt loonsanctie waarvoor civiele rechter arbodienst aansprakelijk achtte
25 september 2019
Het kan soms vreemd lopen in het recht.
Civiele rechter
Op 27 februari 2019 heeft de rechtbank Noord-Nederland, afdeling Privaatrecht, in een (tussen)vonnis (ECLI:NL:RBNNE:2019:754) geoordeeld dat een arbodienst was voor de schade als gevolg van een loonsanctie die het UWV aan de werkgever had opgelegd. Volgens het UWV had de bedrijfsarts de werknemer niet adequaat begeleid (inadequate behandeling) en geen vinger aan de pols gehouden tijdens een multidisciplinair traject dat hij had geadviseerd, waardoor re-integratiekansen werden gemist. Het UWV legde de werkgever daarom een loonsanctie op waarvoor de werkgever de arbodienst aansprakelijk stelde. De rechtbank oordeelde vervolgens dat de bedrijfsarts inderdaad niet zorgvuldig had gehandeld en dat de arbodienst daardoor toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst. De arbodienst werd daarom aansprakelijk geacht voor de schade als gevolg van de loonsanctie waarbij de hoogte van de schadevergoeding nog moest worden vastgesteld in het vervolg van de procedure.
Bestuursrechter
De werkgever had echter ook bezwaar en beroep ingesteld tegen de opgelegde loonsanctie. De rechtbank Oost-Brabant, afdeling Bestuursrecht, heeft in haar uitspraak van 26 april 2019 echter geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat er sprake is geweest van een inadequate behandeling zodat de loonsanctie ten onrechte is opgelegd. Het bestreden besluit wordt dan ook vernietigd. Zover bekend is er geen hoger beroep ingesteld.
Vervolg
In de civiele procedure wordt nog doorgeprocedeerd over de hoogte van de schade die de arbodienst moet vergoeden. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar omdat de rechtbank de aansprakelijkheid van de arbodienst al heeft vastgesteld kan zij daar in haar eindvonnis niet meer op terugkomen. Wat rest is dat de rechtbank niets anders zal kunnen dan te overwegen dat, nu de loonsanctiebeslissing is vernietigd, er geen sprake is van schade aan de zijde van de werkgever en dat er dus geen schadevergoeding wordt toegekend.
Tegenstrijdig
Deze uitspraken laten weer eens zien dat de bestuursrechtelijke beoordeling heel anders uit kan vallen dan de civielrechtelijke beoordeling. Dit had voorkomen kunnen worden door eerst de uitkomst van de loonsanctieprocedures af te wachten, en pas daarna over de aansprakelijkheid voor de loonsanctie te gaan procederen. Die keuze lag vooral op de weg van de werkgever. Maar de rechtbank Noord-Nederland had er ook voor kunnen kiezen om die procedure aan te houden totdat er definitieve duidelijkheid was over de vraag of er ΓΌberhaupt sprake was van schade. De procedure bij de rechtbank Noord-Nederland lijkt nu volstrekt onnodig gevoerd te zijn.