Beëindigingsovereenkomst: de wettelijke ontbindingsmogelijkheid
15 juli 2020
Een arbeidsovereenkomst kan door middel van een schriftelijke overeenkomst worden beëindigd. Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid heeft de werknemer het recht om deze overeenkomst binnen twee weken schriftelijk te ontbinden. Indien deze ontbindingsmogelijkheid niet in de beëindigingsovereenkomst staat vermeld, dan bedraagt deze termijn zelfs drie weken. Als de werknemer hiervan gebruikt maakt, is hij dan verplicht om hiervoor een reden op te geven?
Dat is niet verplicht. In de wet staat immers vermeld dat een werknemer het recht heeft om een dergelijke beëindigingsovereenkomst zonder opgaaf van redenen te ontbinden. In een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2020:6141) heeft een werkgever een dergelijke ontbinding in eerste instantie geweigerd. De werkgever was van oordeel dat de werknemer de beëindigingsovereenkomst niet kon ontbinden. In deze uitspraak heeft de rechtbank nogmaals uitdrukkelijk meegedeeld dat het niet ter zake doet wat de reden voor het ontbinden van de beëindigingsovereenkomst is geweest. Een werknemer is hiertoe dus niet verplicht.
Gepubliceerd op LinkedIn, 15 juli 2020