Aanzeggen? Doe dit altijd schriftelijk!
11 oktober 2022
Deze les leert de beslissing van de Hoge Raad van afgelopen vrijdag ons. Een tijdige mondelinge aanzegging aan de werknemer door de werkgever is onvoldoende om aan de wettelijke aanzegplicht te voldoen.
Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid kennen we de aanzegplicht (artikel 7:668 BW). De werkgever moet de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd uiterlijk een maand voordat die arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt, schriftelijk meedelen of en zo ja, onder welke voorwaarden, de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet. Zegt de werkgever de werknemer niet tijdig aan, dan is de werkgever een vergoeding verschuldigd van maximaal een maandsalaris, of – bij het niet tijdig nakomen van de verplichting – naar rato.
Wat denkt u, is de aanzegvergoeding ook verschuldigd als de werkgever tijdig mondeling aan de werknemer laat weten dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet verlengd zal worden, maar dit niet schriftelijk bevestigd?
De Hoge Raad heeft deze vraag afgelopen vrijdag, net als eerder het Hof Arnhem-Leeuwarden, bevestigend beantwoord. De Hoge Raad overweegt dat de regeling van de aanzegplicht in artikel 7:668 BW van dwingend recht is. Die bepaling beoogt de positie van de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aldus te versterken dat hij door middel van een schriftelijke aanzegging tijdig duidelijkheid verkrijgt over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Daarbij heeft de wetgever er bewust voor gekozen dat als de werkgever die de plicht tot schriftelijke aanzegging niet naleeft, de aanzegvergoeding verschuldigd is. De aanzegvergoeding heeft mede het karakter van een prikkel tot naleving van de plicht tot schriftelijke aanzegging. Met dat karakter strookt om aan te nemen dat de aanzegvergoeding steeds verschuldigd is bij niet-inachtneming van de schriftelijkheidseis, ook indien voor de werknemer langs andere weg duidelijk was dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet of de werknemer geen nadeel heeft geleden door het niet naleven van de schriftelijkheidseis.
Natuurlijk is er niets mis mee om de werknemer mondeling te laten weten dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zal worden voortgezet, maar bevestig dit altijd (tijdig) schriftelijk. Zo wordt voorkomen dat uiteindelijk de aanzegvergoeding aan de werknemer betaald dient te worden.
Gepubliceerd op LinkedIn, 11 oktober 2022