Werkneemster laat gebakplaat vallen; recht op schadevergoeding?
10 juni 2022
Werkneemster is werkzaam op de gebakafdeling van een winkelketen. Tijdens haar werkzaamheden glijdt een gebakplaat uit haar handen. De werkneemster lijdt hierdoor schade. Is de werkgever hiervoor aansprakelijk?
Deze kwestie is onlangs aan de orde geweest bij de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2022:4346). Wat vond de rechtbank?
De rechtbank stelde vast dat de werkgever aansprakelijk is voor schade die de werkneemster door dit bedrijfsongeval lijdt, tenzij de werkgever aantoont dat zij haar zorgplicht naar de werkneemster is nagekomen. Kort gezegd, is een werkgever wettelijk verplicht om maatregelen te treffen én aanwijzingen te geven die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat werknemers tijdens hun werk schade lijden. Had deze werkgever aan haar zorgplicht voldaan?
De rechtbank vond van wel. De rechtbank oordeelde dat dit bedrijfsongeval te vergelijken was met een zogenaamd ‘huis-, tuin- en keukenongeval’. De werkneemster voerde terecht nog aan dat zij thuis niet met gebakplaten loopt, maar de definitie van een ‘huis-, tuin- en keukenongeval’ is breder dan een ongeval dat uitsluitend in en om het huis kan plaatsvinden, aldus de rechtbank.
Volgens de rechtbank is het op het werk een gebakplaat uit je handen laten glijden vergelijkbaar met thuis een dienblad met koffie of een hete ovenschotel uit je handen laten vallen. De gebakplaat waar het in deze zaak om gaat is van metaal, weegt 1,7 kilo en meet 29,5 bij 69,5 cm. De plaat heeft (scherpe) randen maar dat deze messcherp en gevaarlijk zijn, is niet gebleken. Een gebakplaat is dus geen op zichzelf gevaarlijk object. De werkneemster heeft in deze zaak ook niet gesteld dat de gebakplaat een onhandig voorwerp is waarmee zij altijd problemen had. Zij geeft er evenmin een verklaring voor waarom die gebakplaat nu juist op dat moment uit haar handen viel. De gebakplaat viel ‘gewoon’ uit haar handen, net zoals huis-, tuin- en keukenongevallen nu eenmaal ‘gewoon’ gebeuren – hoe vervelend dat ook kan zijn – met soms schade tot gevolg, aldus de rechtbank.
De rechtbank vond dat het uit de handen glijden van een gebakplaat een incidenteel risico is. Daarom hoeft van de werkgever niet verwacht te worden dat zij maatregelen neemt om dit te voorkomen. Volgens de rechtbank zou dit anders zijn, als het gaat om een structureel risico, dus als structureel kans op letsel en schade bestaat bij het werken met gebakplaten. Hiervan is niet gebleken.
De werkneemster voerde verder aan dat de werkgever allerlei maatregelen had kunnen nemen om dit bedrijfsongeval te voorkomen, zoals het verstrekken en verplicht stellen van handschoenen, werkschoenen, kunststof gebakplaten (zonder scherpe randen) etc. Dit wees de rechtbank van de hand. Volgens de rechtbank had door die maatregelen de schade wellicht voorkomen kunnen worden, maar de maatregelen moeten wel in verhouding staan tot het gevaar dat ermee voorkomen wordt. De rechtbank vond dat deze genoemde maatregelen veelomvattend zijn en met veel personeel ook kostbaar. Het is niet redelijk om van de werkgever te verwachten dat zij dergelijke maatregelen moet nemen om iets te voorkomen dat eigenlijk nooit gebeurt (schade door een vallende gebakplaat), aldus de rechtbank.
De rechtbank oordeelde in dit geval dus dat de werkgever niet aansprakelijk is.
Gepubliceerd op LinkedIn, 10 juni 2022