Nieuwe ziekmelding = nieuwe periode loondoorbetaling
18 mei 2022
Arbeidsongeschikte werknemers hebben gedurende 104 weken recht op loondoorbetaling. Volgen perioden van arbeidsongeschiktheid elkaar op met een onderbreking van minder dan vier weken, dan worden de perioden van arbeidsongeschiktheid samengeteld. Met andere woorden: is een werknemer langer dan vier weken hersteld, dan heeft de werknemer bij een nieuwe ziekmelding opnieuw 104 weken recht op loondoorbetaling. Recent heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich gebogen over de vraag of er sprake was van een nieuwe ziekteperiode of een samentelling. Het antwoord op deze vraag is relevant voor het recht op loon van de werknemer.
Wat speelde er?
De werknemer is op 15 juli 2002 bij (de rechtsvoorganger van) de gemeente in dienst getreden. In de cao Gemeenten is een specifieke bepaling opgenomen over het recht op loon bij arbeidsongeschiktheid. De werknemer heeft de eerste 26 weken van arbeidsongeschiktheid recht op 100% van het loon, van week 27 tot en met week 52 op 90% van het loon, van week 53 tot en met week 104 op 75% van het loon en van week 105 tot einde dienstverband op 70% van het loon.
Op 8 augustus 2017 is de werknemer arbeidsongeschikt gemeld. De werknemer heeft vanaf 2 augustus 2019 (dus na bijna 104 weken arbeidsongeschiktheid) zijn werkzaamheden weer volledig hervat, na advies van de bedrijfsarts. Op 16 oktober 2019 heeft de werknemer zich opnieuw ziekgemeld. De gemeente stelde zich op het standpunt dat sprake was van een voortzetting van verzuim met dezelfde ziekteoorzaak. De werknemer stelde dat de nieuwe ziekmelding geen verband hield met de eerdere ziekmelding en dat er dus geen sprake was van een doorlopende ziekteperiode. In een door de werknemer aangevraagd deskundigenoordeel, concludeert het UWV dat sprake is van een nieuwe ziekmelding per 16 oktober 2019. De werknemer maakt vervolgens aanspraak op doorbetaling van zijn volledige salaris per 16 oktober 2019. De kantonrechter stelt de werknemer in het gelijk en verklaart voor recht dat de ziekmelding van de werknemer op 16 oktober 2019 een nieuwe ziekmelding betreft, waaraan een nieuwe loondoorbetalingsverplichting is gekoppeld. De gemeente gaat in hoger beroep.
Wat oordeelde het hof?
Het hof stelt voorop dat op de gemeente de stelplicht en de bewijslast rust dat de werknemer in de periode van 2 september tot 16 oktober 2019 (a) niet (ten volle) zijn bedongen werkzaamheden heeft verricht en (b) dat dit het gevolg was van ziekte. Tegenover de gemotiveerde onderbouwing door de werknemer van zijn stelling dat hij in de periode van 2 september tot 16 oktober 2019 arbeidsgeschikt was, heeft de gemeente niet kunnen bewijzen dat de werknemer in die periode nog steeds arbeidsongeschikt was. De gemeente stelde dat de werknemer de bedongen arbeid niet in volle omvang zou hebben verricht, de werknemer betwistte dit. Het hof stelt vast dat, als de werknemer de bedongen arbeid daadwerkelijk niet in volle omvang zou hebben verricht, de gemeente de werknemer hierop had moeten aanspreken, wat zij niet heeft gedaan. Ook een door de gemeente overgelegde arbeidsdeskundige rapportage van 4 oktober 2020 bood onvoldoende onderbouwing voor de stelling van de gemeente dat de werknemer ononderbroken arbeidsongeschikt was. Tot slot wordt de stelling van de gemeente dat geen nieuwe loondoorbetalingsverplichting in de zin van artikel 7:629 lid 10 BW is ontstaan omdat geen sprake is van duurzame arbeidsgeschiktheid niet gevolgd. Het hof overweegt dat als de werknemer na hersteldverklaring langer dan vier weken de bedongen arbeid heeft verricht, de werknemer bij een hernieuwde uitval aanspraak heeft op een nieuw wachttijd. Het hof oordeelt dan ook, net als de kantonrechter, dat vanaf 16 oktober 2019 een nieuwe ziekteperiode is gestart.
Tot slot
Het is voor werkgevers goed zich te realiseren dat bij een hernieuwde uitval van een werknemer na een hersteldmelding en het (volledig) hervatten van de werkzaamheden, op de werkgever de stelplicht en bewijslast rust dat de werknemer in de tussenliggende periode niet volledig arbeidsgeschikt is geweest. Wees bijvoorbeeld kritisch bij het advies van de bedrijfsarts dat de werknemer weer volledig zijn werkzaamheden kan verrichten. En verricht een werknemer zijn werkzaamheden toch niet volledig (en is dit (nog) te wijten aan de arbeidsongeschiktheid van de werknemer), spreek de werknemer hier dan op aan en leg dit vast. Hiermee kan wellicht voorkomen worden dat na een periode van werkhervatting een nieuwe ziekteperiode gaat lopen.
Voor advies over een specifieke casus (of in het algemeen) kunt u uiteraard bij ons terecht. Ons kantoor is onder andere gespecialiseerd in de problematiek rondom arbeidsongeschiktheid.
Gepubliceerd op LinkedIn: 18 mei 2022