Wanneer moet het UWV een opgewekt vertrouwen nakomen?
30 maart 2022
Het UWV is een overheidsorgaan (bestuursorgaan). Dit betekent dat zij algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht moet nemen. EÊn van die beginselen is het vertrouwensbeginsel. Makkelijk gezegd, een door het UWV opgewekt vertrouwen moet worden nagekomen. Wat zijn hiervoor de vereisten?
De rechtbank Oost Brabant heeft onlangs deze vereisten beschreven. Hiervoor geldt een “driestappenplan”. Wat houdt dit stappenplan in?
Stap 1
Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is vereist dat de betrokkene aannemelijk maakt dat van de zijde van het UWV toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan of gedragingen zijn verricht waaruit de betrokkene in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of en, zo ja, hoe het UWV in een concreet geval een bevoegdheid zou uitoefenen.
Stap 2
Verder is vereist dat de toezegging, andere uitlating of gedraging aan het UWV kan worden toegerekend. Dat is het geval indien de betrokkene in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht veronderstellen dat degene die de uitlating deed of de gedraging verrichtte de opvatting van het UWV vertolkte.
Kortom, er moet dus sprake zijn van gerechtvaardigde verwachtingen.
Stap 3
Dat sprake is van gerechtvaardigde verwachtingen betekent echter niet dat daaraan altijd moet worden voldaan. Zwaarder wegende belangen, zoals het algemeen belang of belangen van derden, kunnen daaraan in de weg staan. Bij deze belangenafweging kan ook een rol spelen of de betrokkene op basis van de gewekte verwachtingen handelingen heeft verricht of nagelaten als gevolg waarvan hij schade heeft geleden of nadeel heeft ondervonden.
Het is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval om te kunnen vaststellen of een beroep op het vertrouwensbeginsel een redelijke kans op succes heeft. Heb je hiermee te maken, laat je dan goed informeren. De specialisten van WVO Advocaten staan voor je klaar.
Gepubliceerd op LinkedIn: 30 maart 2022