Wetsvoorstel Coronatoegangsbewijs op werkvloer: geen rol voor OR. Of misschien toch wel?
3 december 2021
In onze nieuwsflits van 24 november 2021 berichtten wij u al over het wetsvoorstel Tijdelijke wet verbreding inzet coronabewijzen dat op 22 november 2021 bij de Tweede Kamer is ingediend. De vraag wat te doen als een werknemer na inwerkingtreding van deze wet weigert een coronatoegangsbewijs te laten zien aan de werkgever krijgt volop aandacht. Onderbelicht is echter dat er geen rol is weggelegd voor de ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PvT).
Hoe zit het ook alweer? Op grond van voornoemd wetsvoorstel wordt het coronatoegangsbewijs verplicht voor werknemers in sectoren waar het coronatoegangsbewijs ook aan bezoekers wordt gevraagd, zoals horeca en cultuur. Daarnaast wil het kabinet ook dat er een toegangsbewijsplicht voor werknemers komt op werkplekken waar het risico op besmettingen hoog is. Maar het is weer niet nodig om een coronatoegangsbewijs te tonen om toegang te krijgen tot een werkplek als een werkgever op een andere, in de ministeriële regeling bepaalde, wijze zorgdraagt voor een beschermingsniveau dat vergelijkbaar is met het beschikken over een coronatoegangsbewijs. Er zijn dus straks werkgevers die ‘alternatieve maatregelen’ kunnen treffen. Over de invoering van dergelijke ‘alternatieve maatregelen’ heeft de minister al aangegeven dat dit niet instemmingsplichtig is. Dit terwijl dergelijke alternatieve maatregelen wel degelijk vallen onder ‘een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden’ in de zin van artikel 27 lid 1 sub d WOR. De argumenten hiervoor? De alternatieve maatregelen vloeien rechtstreeks voort uit de (toekomstige) ministeriële regeling. Ook wordt aangegeven dat invoering van een maatregel die noodzakelijk is ter bevordering van de veiligheid en gezondheid niet afhankelijk moet zijn van de instemming van het medezeggenschapsorgaan. Bovendien moet snel kunnen worden gehandeld en daar past een WOR-instemmingstraject (kennelijk) niet bij. Als het wetsvoorstel daadwerkelijk in de huidige vorm wordt aangenomen, is er dus geen rol weggelegd voor de OR of PvT.
Maar, voor werkgevers die straks keuzes moeten/kunnen maken op grond van deze wet, kan het juist wel verstandig zijn om de OR of PvT hierbij te betrekken. Dit om een draagvlak te creëren onder de medewerkers. Maar ook om zo goed als mogelijk te voorkomen dat een werkgever, door de keuzes die hij maakt, in een lastige spagaat komt tussen enerzijds zijn gevaccineerde en anderzijds zijn niet gevaccineerde medewerkers. Overigens kan de OR ook zelf actief het overleg zoeken met de bestuurder over dit onderwerp op grond van zijn zorgtaak (artikel 28 WOR). Bovendien kan de OR op grond van zijn initiatiefrecht (artikel 23 WOR) aan de bestuurder concrete voorstellen doen. Kortom, de OR kan – als hij wil – toch (indirect) een rol afdwingen.
Twijfelt u als bestuurder of OR hoe te handelen? Neem gerust contact met ons op om te overleggen.
Gepubliceerd op LinkedIn: 3 december 2021.