Digitale artsen-schandpaal (voorlopig) offline gehaald
3 februari 2021
De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft op 8 januari 2021 een uitspraak gedaan die veel artsen (en andere beroepsbeoefenaren) tevreden zal stellen: de digitale schandpaal voor artsen www.zwartelijstartsen.com is door de voorzieningenrechter als onrechtmatig aangemerkt. Daarmee komt er voorlopig een einde aan “naming and shaming” van artsen via deze website.
Naming and shaming
“Naming and shaming” is een vaker toegepaste methode om onvrede over bedrijven of personen in het openbaar te benoemen en hen ter verantwoording te roepen voor hun daden. Met de komst van digitale media wordt het steeds eenvoudiger om een groter publiek te bereiken om de vermeende misstand openbaar te maken. Tegelijk schuilt daarin ook een groot risico, want de nadelige gevolgen van “naming and shaming” voor betrokkenen zijn groot en vermeldingen op internet zijn zeer moeilijk uitwisbaar.
Bij de laatste wijziging van het medisch tuchtrecht in 2019 bestond het voornemen om beroepsbeoefenaren met een BIG-registratie die door de tuchtrechter een berisping opgelegd kregen, automatisch te publiceren. Dat voorstel heeft het, juist vanwege de negatieve effecten van “naming and shaming” uiteindelijk niet gehaald en is vervangen door het systeem dat publicatie alleen plaats vindt wanneer dit expliciet voor de tuchtrechter is bepaald.
Zwarte Lijsten
Op verschillende websites op het internet zijn echter “lijsten” te vinden van beroepsbeoefenaren die met naam en toenaam worden genoemd en daarbij verdacht worden gemaakt van allerlei verwijten. Een van die websites was Zwarteartsenlijsten.nl. Deze website bestaat al sinds 2007 en bevatte een lijst van bijna 900 artsen en zorgverleners, vaak met foto, waarbij deze artsen werden neergezet als plegers van “medische misdrijven”. In het verleden zijn er meerdere procedures gevoerd tegen de partij die achter deze website zit, met wisselend succes. Op de website zelf vallen overigens alleen de uitspraken terug te vinden die in het voordeel van de website zijn uitgevallen.
Uitspraak
Een stichting die de belangen behartigd van slachtoffers van online shaming heeft de partij achter de website in kort geding gedagvaard met als doel de website offline te halen. En met succes. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft in een zeer lezenswaardige uitspraak geoordeeld dat de website onrechtmatig is en heeft de vorderingen van de eisende partij toegewezen, waaronder het offline halen van de website. Volgens de rechtbank moet het belang van de website (vrijheid van meningsuiting en openbaar maken van misstanden) wijken voor het belang van de artsen, namelijk het recht op eerbiediging van diens goede naam. De manier waarop de website de vermeldingen heeft opgenomen, de impact op zorgverleners en de nogal ongenuanceerde vermeldingen, veelal met foto’s, zorgen er voor dat de website als onrechtmatig wordt aangemerkt door de voorzieningenrechter.
Overigens blijkt uit de uitspraak dat de partij achter de website de voorzieningenrechter heeft gewraakt. De wrakingskamer heeft het wrakingsverzoek afgewezen waarop de procedure is voortgezet. Op de website van de partij achter de zwarte lijst wordt overigens de onpartijdigheid van de voorzieningenrechter en de voorzitter van de wrakingskamer in twijfel getrokken waarbij de foto van de voorzitter van de wrakingskamer zichtbaar is. Ook de rechters ontkomen dus niet aan “naming and shaming” door deze partij.
Gijzeling
Opvallend is dat wanneer de website niet offline wordt gehaald en ook de dwangsom van € 10.000 per dag dat de website nog online is, niet worden betaald, (tot maximaal € 150.000,00) de persoon achter de website in gijzeling kan worden genomen voor maximaal 6 maanden. Bij gijzeling wordt de betreffende persoon gevangen gezet, vaak in een huis van bewaring, tot dat aan het vonnis is voldaan of totdat de maximale termijn is verstreken. Overigens kan – bij het uitblijven van de nakoming van het vonnis – de betreffende persoon opnieuw gedagvaard worden met het verzoek de gijzeling te verlengen. Een dergelijke maatregel wordt sporadisch opgelegd en alleen als de kans aanwezig is dat een dwangsom onvoldoende drukmiddel is om een vonnis uit te voeren. Gezien de voorgeschiedenis en de eerdere procedures was dat in deze zaak niet ondenkbaar.
Op de website van de partij achter de lijst valt te lezen dat er hoger beroep is aangetekend tegen het vonnis van de voorzieningenrechter. Het laatste woord is er dus nog niet over gezegd.
Gepubliceerd op LinkedIn op 3 februari 2021