Coronacrisis: tegenvaller dient gelijkelijk over huurder en verhuurder te worden verdeeld
27 januari 2021
Veel restaurants worden keihard getroffen door de gevolgen van de coronacrisis. Er is vaak sprake van een enorme omzetdaling. Door deze omzetdaling kunnen de maandelijkse huursommen veelal nauwelijks meer worden voldaan. Kan dit leiden tot een huurprijsvermindering?
Inmiddels heeft een aantal rechters geoordeeld dat hierdoor sprake is van onvoorziene omstandigheden, waardoor de huurovereenkomst tussen de restauranteigenaar (huurder) en de pandeigenaar (verhuurder) moet worden gewijzigd (https://www.wvo-advocaten.nl/coronacrisis-huurprijsvermindering-bedrijfsruimte/). Deze rechters oordeelden dat de betreffende restauranteigenaar daarom minder huur hoefde te betalen.
Onlangs heeft de rechtbank Amsterdam deze eerdere uitspraken bevestigd (ECLI:NL:RBAMS:2020:6951). Deze rechter sloot zich aan bij deze eerdere uitspraken. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat beide partijen (huurder en verhuurder) niet hebben bijgedragen aan het ontstaan van de coronacrisis en het niet redelijk is om de tegenvaller in volle omvang op de huurder af te wentelen. Ook deze rechter vond dat deze tegenvaller in beginsel gelijkelijk over beide partijen moet worden verdeeld. Er werd door de rechtbank Amsterdam nog niet vastgesteld hoe hoog deze verdeling in dit geval moet zijn. Hierover moet nog verder worden geprocedeerd.
Gepubliceerd op LinkedIn op 27 januari 2021