Oudere werknemer zonder puf: de VUT is weer terug?!
25 januari 2021
De Eerste Kamer heeft op 13 januari 2021 het wetsvoorstel ‘Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen’ aangenomen. Hierdoor wordt het voor werkgevers mogelijk om met oudere werknemers gemakkelijker afspraken te maken over eerder stoppen met werken. Zonder dat daar een (straf)heffing over betaald moet worden aan de fiscus. De fiscale ‘boete’ van 52 procent voor de werkgever over een ‘verkapte VUT-regeling’ (uitkeringen, ontslagvergoedingen of verstrekkingen in het kader van een regeling die nagenoeg uitsluitend bedoeld is om de werknemer vervroegd uit te kunnen laten treden) wordt door deze wet dus tijdelijk afgeschaft.
Heel kort samengevat: van 2021 tot en met 2025 betalen werkgevers geen heffing over Regelingen voor Vervroegde Uittreding (RVU-heffing) tot een bedrag dat netto overeenkomt met de AOW. Voorwaarde is dat de oudere werknemer in de laatste drie jaar vóór de AOW-leeftijd uit dienst gaat. Werknemers krijgen dan als het ware eerder AOW, betaald door de werkgever. Zij kunnen dit zelf aanvullen, bijvoorbeeld met spaargeld of door hun aanvullend pensioen eerder in te laten gaan. Uit het inwerkingtredingsbesluit van 21 januari 2021 volgt dat deze versoepeling van de RVU-heffing terug werkt tot en met 1 januari 2021.
Goed nieuws dus voor de werkgevers en de oudere werknemers die er tegenaan liepen niet meer te kunnen of willen blijven werken tot de AOW-leeftijd. Met deze versoepeling kunnen zij nu samen afspraken maken om eerder te stoppen met werken, zonder dat er een claim van de fiscus boven het hoofd hangt. Mocht u ook gebruik willen maken van deze versoepeling van de RVU-heffing, neem dan gerust contact met ons op voor meer informatie over de mogelijkheden.
Gepubliceerd op LinkedIn op 25 januari 2021