Let op passend werk en loondoorbetaling na einde wachttijd!
15 januari 2021
Het feit dat de loondoorbetalingsperiode tijdens ziekte is geΓ«indigd wil niet zeggen dat er niet meer gere-integreerd hoeft te worden en wil ook niet zeggen dat de werknemer geen recht meer heeft op loon. Een werkgever die een werkneemster na het eindigen van de loondoorbetalingsperiode niet meer toeliet tot het werk, kreeg bij de rechter dan ook het deksel op zijn neus (kantonrechter Zaanstad 29 december 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:11309).
Wat was er aan de hand? De werkneemster had zich op 12 september 2017 ziek gemeld en is sindsdien onafgebroken arbeidsongeschikt geweest. Op 14 juni 2019 heeft zij een WIA-uitkering aangevraagd bij het UWV. Daarop heeft het UWV geoordeeld dat de werkgever onvoldoende had gedaan om werkneemster te re-integreren en is een loonsanctie van 52 weken opgelegd. Vanaf 8 augustus 2019 heeft de werkneemster voor twintig uur per week in eigen, aangepast werk gere-integreerd. Dat duurde ruim een jaar.
Kort na afloop van de loonsanctie heeft de werkgever in september 2020 aan de werkneemster te kennen gegeven dat er geen re-integratieverplichting meer bestond, is de werkneemster afgesloten van de werksystemen en is de leaseauto bij de werkneemster opgehaald. De werkneemster was het daar niet mee eens en heeft aangegeven dat zij het passende werk wilde blijven verrichten. Zij wilde dus haar werkzaamheden hervatten en maakte ook aanspraak op loon. De werkgever bleef echter bij zijn standpunt en diende (twee maanden later op 24 november 2020) een ontslagaanvraag op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid in bij het UWV.
De werkneemster heeft in kort geding wedertewerkstelling gevorderd om weer voor 20 uur per week haar arbeid in aangepaste vorm te mogen verrichten en natuurlijk het loon dat daar bij hoort.
De kantonrechter heeft de vorderingen toegewezen. Zolang het dienstverband niet is geΓ«indigd, heeft werkneemster belang bij haar vordering en heeft zij belang bij tewerkstelling en loonbetaling. Van de werkgever wordt, gelet op de op hem rustende re-integratieverplichting, in principe verwacht dat de werkneemster wordt ingepast in de organisatie. Ook als dat (enige) kosten met zich zou brengen.
De conclusie is dan ook dat de werkgever de werkneemster toe moest laten tot de passende werkzaamheden en het loon over die uren moest doorbetalen. De werkgever had daarbij dus ook eerst de beslissing van het UWV op de ontslagaanvraag moeten afwachten.
Gepubliceerd op LinkedIn op 15 januari 2021