Gebrekkig communiceren kost een hoop geld
29 oktober 2020
Als een werknemer ziek is, dient hij mee te werken aan het opstellen, bijstellen en evalueren van het plan van aanpak. Doet de werknemer dat niet, dan kan de werkgever het loon inhouden op grond van artikel 7:629 lid 3 onder e BW. Maar wanneer is sprake van een weigering om daar aan mee te werken? In een uitspraak van de rechtbank Limburg van 14 oktober 2020 kwam dit aan de orde en oordeelde de rechtbank dat gebrekkige communicatie niet kan worden gezien als een weigering.
Wat speelde er?
Een medewerker was van 1 januari 2019 tot en met 30 april 2020 in dienst als Logistic employee. Op enig moment is werknemer in verband met een bedrijfsongeval uitgevallen. Op 19 december 2019 heeft de werkgever werknemer per e-mail uitgenodigd voor een evaluatiegesprek op 16 januari 2020. De volgende dag heeft werknemer telefonisch aan de werkgever laten weten dat hij op 16 januari verhinderd is. Op 7 januari 2020 heeft werkgever werknemer een e-mail gestuurd waarin onder meer stond dat werknemer uiterlijk op 8 januari de nieuwe afspraak voor 14 januari 2020 diende te bevestigen en dat anders zijn loon stopgezet zou worden omdat hij dan geen gehoor zou geven aan een redelijk voorschrift in de zin van artikel 7:629 lid 3 sub E BW. Werknemer heeft pas op 10 januari 2020 per e-mail gereageerd en daarbij medegedeeld het bericht niet eerder ontvangen te hebben. Werknemer is op 14 januari 2020 verschenen en het evaluatiegesprek heeft plaatsgevonden. Werkgever heeft de aangekondigde loonstop over de periode 8 tot 14 januari 2020 doorgevoerd. Werknemer vordert onder meer de veroordeling van werkgever tot betaling van het loon over de periode dat het is ingehouden (€ 379,17) vermeerderd met de wettelijke rente, wettelijke verhoging en proceskosten.
Oordeel rechtbank
Volgens de rechtbank staat niet vast dat werknemer heeft geweigerd mee te werken aan de evaluatie van het plan van aanpak. Vast staat dat hij was uitgenodigd voor een evaluatiegesprek op 14 januari 2020 en dat hij daar ook is verschenen. Van een weigering is op dat punt geen sprake geweest. Dat er iets mis is gegaan in de onderlinge communicatie en werknemer – om die of welke andere reden dan ook – pas op 10 januari gereageerd heeft op de uitnodiging (en daarbij te kennen gaf te zullen verschijnen) en niet twee dagen eerder zoals hem was verzocht, is onvoldoende om te kunnen spreken van een weigering als bedoeld in artikel 7:629 lid 3 onder e BW. De vordering van de werknemer wordt dan ook toegewezen, inclusief de wettelijke verhoging (50%) en de proceskostenveroordeling. In totaal moet de werknemer bijna € 1.000,00 betalen aan de werknemer. Deze uitspraak laat wel zien dat een werkgever niet te onbezonnen moeten over gaan tot het inhouden van loon vanwege het niet meewerken aan het opstellen, bijstellen en evalueren van het plan van aanpak maar eerst steeds bij zichzelf te rade moet gaan of van een weigering wel echt sprake is.
Gepubliceerd op LinkedIn, 29 oktober 2020