De kantjes er vanaf aflopen: reden voor ontslag?

Een werknemer die er steeds de ‘kantjes vanaf afloopt’. Behoorlijk irritant en frustrerend, maar vormt dit ook reden voor ontslag?

Onlangs heeft de rechtbank Gelderland zich hierover uitgesproken (RBGEL:2020:5121). In deze zaak ging het om een werknemer die pas vanaf januari 2020 in dienst was. De werknemer was fulltime in dienst, maar hij maakte veel te korte werkdagen. De rechtbank stelde vast dat deze werknemer in de periode tot 19 maart 2020 gemiddeld 4 uur per dag op het werk aanwezig was en hij tien dagen niet op het werk is verschenen. Volgens de rechtbank betrof het weliswaar een commerciële (buiten)functie met de daarvoor benodigde vrijheden, maar uit de verantwoording van de klantbezoeken blijkt evenmin hoe hij zijn werkuren heeft besteed. Nadat vanaf 19 maart 2020 deze klantbezoeken (vanwege de coronacrisis) niet meer mogelijk waren, is de werknemer op de dagen dat hij op het werk is geweest gemiddeld krap vijf uur per dag op het werk aanwezig en is hij vier dagen niet op het werk verschenen waarvan hij twee dagen vanuit huis heeft ingelogd.

Daar komt bij, dat deze werknemer zijn zakelijke telefoon veelvuldig voor privégesprekken heeft gebruikt. Hoewel het de werknemer niet was verboden om zijn zakelijke telefoon ook privé te gebruiken, staat het privégebruik ten opzichte van het zakelijke gebruik volgens de rechtbank niet in verhouding. In een half jaar tijd bleek immers dat 53% van het totaal aantal telefoongesprekken privégesprekken betrof, dat het dataverbruik bovenmatig hoog is en dat de werknemer in maart 2020 (onder werktijd) 45 gesprekken van in totaal bijna zes uur met zijn vriendin heeft gevoerd.

De leidinggevenden hebben deze werknemer hierop aangesproken, maar dit had niet het gewenste resultaat. Integendeel, aangezien de werknemer na een tweede gesprek bij de directeur (ongefundeerd) over zijn leidinggevende is gaan klagen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft deze werknemer door zijn inzet (qua werkuren in combinatie met zijn privé(bel)gedrag) ‘er de kantjes vanaf gelopen’.

De rechtbank concludeerde dat het gedrag en de houding is te kwalificeren als verwijtbaar handelen en nalaten, zodanig dat van de werkgever niet langer gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De rechtbank heeft daarbij betrokken dat gelet op het niveau van de functie, zoals ook blijkt uit het daarbij horende salaris, van de werknemer mag worden verwacht dat hij uit de feedback (tijdens de gesprekken met de leidinggevenden) begrijpt dat zodanig gedrag leidt tot een einde van de arbeidsovereenkomst. De rechtbank heeft de arbeidsovereenkomst met deze werknemer ontbonden.