Zero-tolerance beleid niet altijd voldoende
27 juli 2020
Diverse bedrijven kennen een zero-tolerance beleid als het gaat om het meenemen of nuttigen van producten. Dit is bijvoorbeeld gebruikelijk in de retailbranche, waar ondernemingen vaak te kampen hebben met diefstal door eigen personeel. De algemene lijn in de rechtspraak is dat een ontslag op staande voet in veel gevallen gerechtvaardigd is als de werknemer toch zonder te betalen iets meeneemt of nuttigt, los van de waarde van het betreffende product. Het principe is dan belangrijker dan de waarde van het meegenomen artikel. Voorwaarde is wel dat het beleid voldoende duidelijk is, dat de werknemer hiermee voldoende bekend was en dat de sancties op het beleid ook consequent wordt toegepast door de werkgever.
Dat deze vlieger niet altijd opgaat ondervond Action vorige week. Action heeft in maart 2020 een werknemer op staande voet ontslagen voor het meenemen van een plastic tasje van 3 cent. Action heeft een duidelijk zero-tolerance beleid en ook is vast komen te staan dat de werknemer voldoende bekend was met het zero-talerance beleid. Ook nam de kantonrechter wel aan dat de werknemer zich ervan bewust was dat hij iets deed wat niet mocht. De werknemer legde immers verschillende verklaringen af over het tasje waardoor het erop lijkt dat de werknemer het tasje bewust heeft meegenomen zonder hiervoor te betalen. De ernst van de dringende reden was daarmee volgens de rechter wel gegeven. Het ging echter om een zogenaamd bagatel, een zaak van zeer geringe waarde. Het tasje had een verkoopwaarde van 3 cent en werd niet aangeboden in de schappen van Action, maar tegen een kleine vergoeding gebruikt als middel om producten mee te vervoeren. Het is weliswaar niet geoorloofd, maar het ging volgens de rechter te ver om dit te bestempelen als diefstal/verduistering of wederrechtelijke toe-eigening. Daar kwam nog bij dat de werknemer goed functioneerde en de persoonlijke gevolgen van het ontslag op staande voet groot waren voor hem. Al deze omstandigheden tezamen maakten dat ontslag op staande voet in deze kwestie te ver ging. Aan de werknemer werd een vergoeding toegekend wegens de onregelmatige opzegging door Action, alsmede een transitievergoeding van € 686,- bruto en een billijke vergoeding van € 3.600,- bruto.
Gepubliceerd op LinkedIn, 27 juli 2020