Voorstel aanpassing WOR: flexwerkers eerder toegang tot medezeggenschap
14 juli 2020
Flexwerkers, zoals bijvoorbeeld werknemers met een tijdelijk contract of uitzendkrachten, ervaren soms belemmeringen om zitting te nemen in de ondernemingsraad (OR) en zijn vaak minder bij de medezeggenschap in de organisatie waar zij werken betrokken. Minister Koolmees van SZW wil hierin verandering brengen en heeft daarom op 30 juni 2020 aan de Tweede Kamer laten weten dat hij een aantal wetswijzigingen wil voorstellen om de toegang tot medezeggenschap te verbeteren.
Zo vormt bijvoorbeeld de huidige wettelijke kiestermijn een drempel: de termijn voor actief OR-kiesrecht is namelijk 6 maanden dienstverband en de termijn voor passief OR-kiesrecht 12 maanden. Overigens kan de OR zelf kortere of langere termijnen afspreken in zijn reglement, maar dit wordt in de praktijk niet vaak gedaan. In navolging van de SER en de Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM) wil de minister de termijn voor actief en passief kiesrecht daarom op drie maanden stellen.
Ook neemt de minister het voorstel van de CBM over om de termijn waarna uitzendkrachten medezeggenschapsrechten krijgen, te verkorten. De WOR bepaalt nu nog dat uitzendkrachten (pas) medezeggenschapsrechten opbouwen bij de inlener, wanneer zij daar 24 maanden gewerkt hebben. De minister wil deze termijn verkorten naar 15 maanden. Dit betekent dat een uitzendkracht na (15 + 3 =) 18 maanden/78 weken (maximale duur uitzendbeding) actief en passief kiesrecht gaat verwerven op grond van dit wetsvoorstel. Mocht echter het uitzendbeding in de toekomst worden teruggebracht van 78 naar bijvoorbeeld 26 weken, dan zal ook de WOR hierin mogelijk volgen.
Ook zal in de wetswijzigingen worden meegenomen dat OR-zaken straks ook digitaal geregeld en georganiseerd mogen worden, in plaats van de verplichte schriftelijke vaststelling of fysieke aanwezigheid, die nu nog in verschillende WOR-artikelen staat.
Gepubliceerd op LinkedIn, 14 juli 2020