In quarantaine: ziekte, vakantie of ‘geen arbeid, toch loon’?
7 juli 2020
Al eerder hebben wij u erop gewezen dat de Corona-maatregelen veel nieuwe arbeidsrechtelijke vragen oproepen. Hoe zit het bijvoorbeeld met de loondoorbetalingsverplichting als je niet werkt omdat je in quarantaine zit zonder klachten, maar omdat je partner Corona-klachten heeft? Geldt dan de hoofdregel ‘geen arbeid, toch loon’? Of is er misschien sprake van vakantie of ziekte van de werknemer? Over deze Corona-gerelateerde vragen mocht de kantonrechter van de rechtbank Limburg zich recent buigen.
Wat speelde er in deze zaak? Een werknemer ging tot tweemaal toe in quarantaine. De eerste keer omdat hij in contact was geweest met een vriendin die daarna Corona-klachten kreeg. De werkgever heeft toen desgevraagd aangegeven dat de werknemer thuis kon blijven en zich ziek kon melden. De werknemer gaf daarop aan dat hij niet ziek was en thuiswerkte. De tweede keer besloot de werknemer huiswaarts te keren omdat zijn partner belde dat zij koorts had, waarop de werknemer aan zijn werkgever doorgaf dat hij conform de RIVM Richtlijnen niet naar het werk mocht komen. De werkgever riep de werknemer op toch op locatie te komen werken, maar de werknemer verscheen niet. Vervolgens hield de werkgever 2 ziekte-wachtdagen in, werd slechts een deel van het loon betaald en werden de dagen in thuis-quarantaine als verlof geboekt. De werknemer – wiens arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigde op 30 april 2020 – was het hier niet mee eens en startte een kort gedingprocedure.
De kantonrechter Maastricht haalde allereerst artikel 7:628 lid 1 BW aan: geen arbeid, wel loon, tenzij het niet werken in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. De kantonrechter oordeelde vervolgens dat als een werknemer niet kan werken omdat hij van overheidswege in quarantaine moet – en niet thuis kan werken omdat dit in zijn beroep onmogelijk is – dit niet in de risicosfeer van de werknemer ligt. De werkgever is in dat geval verplicht het loon door te betalen. Vervolgens overwoog de rechter dat bij quarantaine (nog) geen sprake is van een zieke werknemer, maar van een werknemer die gehoor moet geven aan een opgelegde voorzorgsmaatregel van de overheid. Daarbij haalde de rechter de maatregelen/instructies aan die door de overheid voor een aantal specifieke situaties is gegeven: ‘bij koorts van een huisgenoot, blijf thuis, ook als u zelf geen klachten heeft’. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer deze maatregel had opgevolgd: er was geen sprake van ziekte van de werknemer, zodat de werkgever geen wachtdagen op het loon mocht inhouden en het volledige loon moest doorbetalen. Daarbij gaf de rechter ook nog aan dat de werkgever verzaakt had aan de werknemer duidelijk te maken dat hij kennelijk een cruciaal beroep had. Dit terwijl de werknemer zich steeds bereid en beschikbaar had gehouden voor het verrichten van werkzaamheden vanuit huis.
Kortom, de hoofdregel ‘geen arbeid, toch loon’ werd toegepast omdat het in quarantaine gaan niet in de risicosfeer van de werknemer lag. Daarnaast moest de werkgever de maximale wettelijke verhoging van 50% aan de inmiddels ex-werknemer betalen. In dit soort situaties is het daarom raadzaam om als werkgever in ieder geval duidelijk te communiceren over het cruciale beroep c.q. de vitale werkzaamheden van de werknemer bij een oproep om op locatie te komen werken, om in overleg te treden met de werknemer en zo nodig (passend) thuiswerk te regelen.
Gepubliceerd op LinkedIn, 7 juli 2020