De stageovereenkomst die werd gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst
29 augustus 2024
Veel bedrijven hebben stagiairs. Toch zal de werkgever altijd moeten opletten of een stageplek wel de juiste vorm is om met de betreffende persoon in zee te gaan. Onderstaande uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland illustreert waarom.
Feiten
De werknemer moet voor zijn afstuderen voor zijn opleiding een stage doorlopen. In dat kader sluiten partijen een stageovereenkomst voor de periode 21 november 2021 tot en met 31 juli 2022. Aansluitend komt tussen partijen een arbeidsovereenkomst tot stand, die daarna nog twee keer is verlengd. De werkgever laat de werknemer op 23 november 2023 weten dat hij per direct op non-actief is gesteld en dat zijn arbeidsovereenkomst na 1 februari 2024 niet meer wordt verlengd.
De werknemer is het hier niet mee eens en verzoekt een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd en de werkgever te veroordelen tot betaling van achterstallig loon over de stageperiode, een aanvullende transitievergoeding en een billijke vergoeding.
Kantonrechter
Om te kunnen spreken over een stageovereenkomst moet het verrichten van de werkzaamheden van de stagiair in overwegende mate in het belang zijn van de opleiding die de stagiair volgt. In deze zaak stelt de kantonrechter vast dat de stage eigenlijk niet geschikt was voor zijn opleiding. Zijn opleiding houdt in het organiseren en tot uitvoer brengen van evenementen en zijn stage moest daar dan ook op zien. Het staat echter vast dat de werkgever geen evenementen organiseert, maar produceert en dat zij ook in de veronderstelling was dat de werknemer productiemanager wilde worden en dat hij om die reden bij de werkgever stage wilde lopen. De praktijkbegeleider van werknemer was ook producent. Ook bleek ter zitting onder meer dat de werknemer van het begin af aan (veel) werk heeft verricht dat hoort bij die van een beginnend productiemanager en de tijd en aandacht die is besteed aan het bereiken van de vereiste studieresultaten heeft daarbij bij geen van de partijen op de eerste plaats gestaan. Een en ander betekent volgens de kantonrechter dat niet kan worden vastgesteld dat de werkzaamheden die de werknemer tijdens de stageovereenkomst heeft verricht in overwegende mate in het belang waren van de opleiding die hij volgde, zodat de stageovereenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst.
Dit leidt ertoe dat de laatste arbeidsovereenkomst van de werknemer een vierde opvolgende arbeidsovereenkomst betreft. De laatste arbeidsovereenkomst geldt daarom als aangegaan voor onbepaalde tijd. De verzochte verklaring voor recht wordt dan ook toegewezen. Ook wordt de werknemer zijn achterstallig loon toegekend, een aanvullende transitievergoeding toegewezen en een billijke vergoeding ter hoogte van drie maandsalarissen. Dit laatste als gevolg van de wijze waarop de werkgever afscheid wilde nemen van de werknemer en de druk die daarbij op hem is uitgeoefend.
Let op
Kortom, beoordeel goed of u een stagiair in dienst wil nemen en of de betreffende stageplek en werkzaamheden in het belang zijn van de opleiding die de stagiair volgt. Is dit niet het geval dan kan het dus gevolgen hebben. Mocht u twijfelen of u in een bepaald geval een stageovereenkomst kunt aanbieden, wij kijken graag met u mee.
Rechtbank Midden-Nederland 24 juli 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:4844 (datum publicatie: 15 augustus 2024)
Gepubliceerd op LinkedIn, 29 augustus 2024