Wat is het uurloon van de zzp’er die achteraf toch een arbeidsovereenkomst blijkt te hebben?
25 januari 2024
In de politiek staat het tegengaan van “schijnzelfstandigen” al enige tijd hoog op de agenda. In dat kader is het wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ gepresenteerd. Maar wat kost het eigenlijk als de zzp’er die voor jouw onderneming werkt ineens een arbeidsovereenkomst blijkt te hebben?
Het wetsvoorstel in een notendop
Om te bepalen of iemand een arbeidsovereenkomst heeft, wordt er getoetst aan 3 elementen: arbeid, gezag en loon. In de praktijk blijkt dat over het element ‘gezag’ veel discussies kunnen ontstaan. De wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden vult dit gezagscriterium verder in.
Kort gezegd, er moet eerst gekeken worden of er sprake is van werkinhoudelijke aansturing (A) en/of organisatorische inbedding (B). Zo kijken we bij inbedding bijvoorbeeld of de werkzaamheden onder de kernactiviteiten van de werkgever vallen, of deze werkzaamheden structureel worden verricht en of er verschil is tussen het werk van de zzp’er en de werknemers. Wanneer er geen sprake is van A of B, kan de conclusie getrokken worden dat er geen sprake is van gezag en dus ook niet van een arbeidsovereenkomst. Is er wel sprake van A en/of B, dan moet nog getoetst worden of de zzp’er desalniettemin werkt voor eigen rekening en risico (C). Wanneer C zwaarder weegt dan A en/of B is er toch geen sprake van een arbeidsovereenkomst.
Tot slot introduceert het wetsvoorstel een rechtsvermoeden. Zzp’ers die voor minder dan € 32,24 per uur werken, kunnen bij de rechter een beroep doen op het vermoeden op het hebben van een arbeidsovereenkomst. Tegen dit vermoeden kan tegenbewijs worden geleverd.
Maar wat is het uurloon van de zzp’er die toch werknemer is?
Met de zzp’er was een bepaald uurtarief afgesproken. Het is daarom niet ondenkbaar dat dit uurtarief ineens moet worden aangemerkt als nettoloon wanneer de zzp’er toch een arbeidsrelatie blijkt te hebben. Hierover moeten dus premies worden afgedragen, waardoor de kosten toenemen. Daarnaast is het natuurlijk mogelijk dat de cao een hoger uurloon voorschrijft dan het honorarium van de zzp’er. In dat geval kan de zzp’er ook aanspraak maken op andere regelingen uit de cao, waarbij gedacht kan worden aan onregelmatigheidstoeslagen, overwerkvergoedingen en pensioenaanspraken.
Denk er ook aan dat een dienstverband inhoudt dat de werknemer recht heeft op vakantiebijslag en een minimum aantal vakantiedagen.
Een loonvordering verjaart pas na verloop van 5 jaar. In het slechtste geval, vordert de zzp’er dus ineens het (hogere) loon over een periode van 5 jaar, waarbij ook nog eens wettelijke rente en een wettelijke verhoging van maximaal 50% van het loon kan worden gevorderd.
Bereid je nu al voor!
De beoogde inwerkingtreding van de wet is vooralsnog 1 juli 2025. De kans is groot dat de wet direct en zonder overgangsrecht in werking treedt. Het is dus zaak om de arbeidsovereenkomst nu al juist te kwalificeren en duidelijke afspraken te maken wanneer achteraf toch blijkt dat de zzp’er werknemer is. Hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan een bepaling waarin je alvast een bruto uurloon opneemt voor het geval dat de werknemer toch achteraf als werknemer wordt aangemerkt.
Hulp nodig bij de kwalificatie van de arbeidsrelatie of bij het aanpassen van de (model)contracten met zzp’ers? Wij helpen u graag verder.
Gepubliceerd op LinkedIn, 25 januari 2024